Selecteer een pagina
Als het thuis niet meer gaat, waar kun je dan heen?

fotografie  Romi Tweebeeke
tekst  Catrien Spijkerman

Fotograaf Romi Tweebeeke verbleef voor haar project ‘Inside Oud’ in heel verschillende woonvormen voor ouderen, steeds een etmaal lang. Ieder huis is anders: van een goed gesprek tot een ritje op de trekker.

Fotografe Romi Tweebeeke (1989) studeerde in 2014 af aan AKV|St. Joost in Breda. Sindsdien werkt ze als freelance ­documentaire fotograaf voor diverse media. Ze is van plan voor haar project ‘Inside Oud’ meer zorglocaties te fotograferen. 

 

De wens van de bewoner staat centraal

Bos en Meerzicht in het Friese dorp Oudemirdum

Bij aankomst in Bos en Meerzicht in het Friese dorp Oudemirdum moest Tweebeeke wel even wennen: in alle andere locaties waar ze had gefotografeerd woonden voornamelijk bewoners met dementie, hier had de meerderheid vooral lichamelijke problemen. “Mensen gingen mij ondervragen. ”Als het Prinsjesdag is, staat hier de hele dag de tv aan, vertelt verpleegkundig eigenaar Debby Nota. De 37 bewoners hebben een achtergrond in het onderwijs, zaten bij de landmacht, of komen uit de agrarische wereld. “Maar we hebben ook weleens bewoners van adel gehad”, zegt Nota.

“Mensen vinden het fijn dat ze elkaar kunnen vinden op intellectueel niveau. Het is heel belangrijk om ze te blijven prikkelen, dat heeft ook met waardigheid te maken. Ze zijn oud, maar daarom niet infantiel. We bieden allerlei activiteiten aan, van zingen, yoga, bijbelstudie tot een bezoek aan een museum of het bos. Maar niks is verplicht. Ik zou er zelf ook een hekel aan hebben als ik creatief moet gaan zitten doen, terwijl ik helemaal niet creatief ben.”

Sinds Nota de zorgboerderij acht jaar geleden overnam, heeft ze de boel geprofessionaliseerd, de ruimten huiselijker gemaakt, en de wensen van de bewoners centraal gezet.
“Een meneer miste bijvoorbeeld dat hij niet meer op de trekker kon rijden. Nou, dan regel ik een trekker waarmee hij af en toe over een stukje land kan. En ik heb drie shetlandpony’s gekocht waar hij voor kan zorgen. Het gaat erom dat mensen een dagbeleving hebben die bij ze past. Want waarom zouden ze ineens hun wonen en leven moeten aanpassen, alleen maar omdat ze oud zijn?”

Service hoort erbij

Huize de Compagnie van particuliere organisatie Compartijn.

Huize de Compagnie is het chicste huis waar Tweebeeke is geweest. “De ­logeerkamer waar ik sliep, was luxer dan de meeste hotelkamers waar ik ooit geweest ben”, lacht Tweebeeke. In het huis in Ede met 42 appartementen wonen zowel mensen die vanwege lichame­lijke problemen 24-uurszorg ­nodig hebben, als mensen met dementie.
“Voor veel ouderen is het niet vanzelfsprekend dat ze hun dagelijks leven kunnen voortzetten zoals ze gewend zijn”, zegt locatiemanager Jolanda Tielemans. “Wij proberen dat wél vanzelfsprekend te laten zijn.”

Daar hoort ‘service’ bij: er is een kok, een bibliotheek en een wellnessruimte. Wie niet wil eten in de gemeenschappelijke ruimte, krijgt de maaltijd geserveerd in zijn eigen appartement, sierlijk gepresenteerd onder ­cloches.
“Zulke borddeksels ­maken net het verschil – dat past bij ons”, zegt Tielemans.
Het viel Tweebeeke op dat veel bewoners ’s ochtends de krant van voor tot achter lezen.
“De meeste bewoners zijn hoogopgeleid, net als hun kinderen, die vaak ook een goede baan hebben”, vertelt Tielemans. “Het ­leven is altijd goed voor ze geweest, dat willen ze zo houden. Ze willen niet betutteld worden en doen veel dingen zelf.”

Als het leefplezier nou maar heel hoog is, dan hebben de zorg­momenten niet zo’n grote impact op hun leven, is de gedachte bij Compartijn.
Zo komen uit de piepers en telefoons van de verpleegkun­digen komen geen priemende tonen, maar tjilpend vogel­geluid, vertelt Tweebeeke.
“Dan klinkt zo’n alarm ineens heel vriendelijk. Dat zouden ze overal moeten doen.”

Een huis vol reuring

Sweelinckhof in het Noord-Hollandse Wognum

Iedere inwoner van het West-Friese dorp Wognum kent Sweelinckhof, verzekert woordvoerder Job Leeuwerke. “Je opa woont er, je tante werkt er, je zus doet er vrijwilligerswerk. Sweelinckhof speelt een belangrijke rol in het dorp. Veel bewoners komen uit Wognum, nuchtere West-Friese mensen met als motto: niet zeuren, maar er samen iets van maken. We hebben bovendien ontzettend veel vrijwilligers uit het dorp.” De woonzorglocatie heeft een eigen restaurant, Eethuys, dat – in tijden zonder pandemie – ook open is voor mensen van buitenaf. “Onze koks gebruiken bijna alleen lokale ingrediënten: groente van het land, kip van de poelier in het dorp. Alles is vers.”

De locatie van zorgorganisatie Omring is één van de grotere in Tweebeekes serie. Er wonen ruim honderd mensen: sommigen in zelfstandige aanleunwoningen, anderen in huiskamers voor mensen met dementie. “Door de grootte zijn er ook veel voorzieningen: een kapper, een pedicure, een bibliotheek”, vertelt Tweebeeke. “Het is een wat meer traditionele setting. Ze hebben bijvoorbeeld een ontbijtkar waarmee ze door de lange gangen langs alle kamers gaan. Ze twijfelden of ze die kar niet moesten afschaffen, zodat de mensen voortaan in de eetzaal zouden ontbijten. Ik vond het juist mooi om te zien hoe blij mensen waren met de verwennerij aan hun deur. Sommigen zaten nog in pyjama, anderen al helemaal klaar voor de dag.”

Het kostte Tweebeeke moeite  toegang te krijgen tot de ouderenhuizen, en Sweelinckhof was de eerste waar ze welkom was. “Dat vind ik erg voor ze spreken. De mensen komen veel hun appartementen uit, er wordt ’s middags bijvoorbeeld heel actief deelgenomen aan koersballen. Een huis vol reuring.”

Iedere dag een beleving

Ouderenlandgoed Grootenhout

De kiem voor Ouderenlandgoed Grootenhout werd gelegd toen Noudje van Bussel en Doris van Vuuren besloten Van Bussels moeder en tante met dementie in huis te nemen, omdat ze over het verpleeghuis niet tevreden waren. Ruim vijftien jaar later runnen ze een particuliere zorgboerderij voor 60 mensen met dementie die in kleine woongroepen op het bosrijke Brabantse landgoed bij Mariahout wonen.
“Kleinschalig wonen klinkt heel mooi, maar we zijn ons er goed van bewust dat we zes mensen bij elkaar zetten die helemaal niet voor elkaar gekozen hebben”, zegt manager Francien van de Ven. “Zelfs als je met je beste vrienden op vakantie gaat, ben je ze na een week ook wel even zat. Je moet aan elkaar kunnen ontsnappen, vinden wij.”

Iedereen gaat daarom elke dag naar buiten, benadrukt Van de Ven. “Regen of sneeuw – maakt niet uit. Het is belangrijk om zoveel mogelijk te bewegen en niet de hele dag met dezelfde mensen aan tafel te zitten. Dementie maakt mensen apathisch en initiatiefloos. Als je beweging niet stimuleert, belanden mensen binnen no time in een rolstoel, of ze slapen de hele dag door.”
Fotograaf Tweebeeke: “Dat vond ik het allermooist: na het ontbijt vertrekken de bewoners naar een andere plek op het terrein voor hun dagbeleving. Er is daardoor een gevoel van weggaan en weer thuiskomen. Dat zorgt voor rust.”

“In veel andere verzorgingshuizen zag ik dat mensen alsmaar het idee hadden dat ze naar huis moesten.”
Overdag gaat de één naar de kippen kijken, de ander voert de paarden, weer een ander vindt een bezem en gaat de binnenplaats vegen. Tweebeeke: “Er is ruimte voor verrassingen.”

Volg ons:

© 2019 de Persgroep Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden

Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken