Select Page

Als het eens zo groene gras verdort

Mongolië warmt gemiddeld veel sneller op dan andere landen. Daardoor kunnen de nomaden niet meer vertrouwen op hun eeuwenoude kennis van de natuur. ‘Konden we er vroeger de klok op gelijk zetten dat de regen in mei viel, nu is dat pas in juli. Of nog later.’

Als het eens zo groene gras verdort

Auteur Yvonne Dudock
Fotografie Nicole Franken
Cinematografie Eline Prins

Bekijk de documentaire hieronder of scroll verder voor het verhaal.

Schapenwolken, zachtroze in het licht van de opkomende zon, hangen boven de uitgestrekte Tuul-vlakte. In de deuropening van de ger, een met vilt en plastic beklede ronde tent, staat Chantsaa Bat-Ochir (68). In haar ene hand draagt ze een zinken emmer, in de andere een houten melkkrukje. Ze kijkt naar het groepje koeien zo’n honderd meter verderop. “Mijn hele leven ben ik al herder”, zegt ze, een glimlach op haar verweerde gezicht. “Als kind stond ik met zonsopgang op om de koeien te melken. En dat doe ik nog steeds.”

De hoogvlaktes van Mongolië zijn het thuis van de Khalkha-nomaden, hier grazen hun koeien, paarden, schapen en geiten een groot deel van het jaar. Ze leven van wat de dieren hun geven en wat ze aan producten op de lokale markten verkopen. Boter, yoghurt en kaas die ze van de melk maken, net zoals de traditionele drank airag, maar ook wol, huiden en vee worden er verhandeld.

Mijn hele leven ben ik al herder

Chantsaa Bat-Ochir bij de Tuulrivier, die regelmatig uit haar oevers treedt.

Chantsaa en haar man Jamya Dorjpalam (74) zijn de trotse eigenaars van 80 koeien en 70 paarden. “Tot een paar jaar geleden hadden we ook 50 schapen en 30 geiten, maar die hebben we moeten verkopen.” Ze zet de emmer en het krukje neer en bindt een touw om de achterpoten van een van de koeien, zodat die tijdens het melken niet kan weglopen. Routineus bewegen haar vingers om de uiers en een straaltje melk spuit in de emmer. “Het houden van dieren is behoorlijk arbeidsintensief, het werk werd te veel en fysiek te zwaar. Mijn man en ik zijn maar met z’n tweeën,” gaat ze verder. “Er is niemand om ons te helpen. Onze zoon en zes dochters zijn naar Ulaanbaatar verhuisd. Ze verkiezen het luxere leven in de stad boven het leven hier.”

Alternatief bestaan

De migratie van het platteland naar de stad heeft de afgelopen decennia een enorme vlucht genomen. Woonde rond 1960 bijna twee derde van de bevolking op het platteland, op dit moment is dat minder dan een kwart. Behalve de jongere generatie, die in de stad gaat studeren en werken, vertrekken ook veel herders naar Ulaanbataar op zoek naar een alternatief bestaan. Aan de rand van de hoofdstad wonen ze in hun gers, dicht opeengepakt, met nauwelijks toegang tot enige voorzieningen. De meesten hebben geen opleiding en komen terecht in ongeschoold en slecht betaald werk.

Een van de belangrijkste oorzaken van deze migratie is klimaatverandering. Uit onderzoek, onder leiding van de Utah State University (VS), blijkt dat de temperaturen in Mongolië twee keer sneller stijgen dan het wereldgemiddelde. De opwarming bedraagt er nu al meer dan 2,5 graad Celsius en maakt het tot een van de snelst opwarmende landen ter wereld. Daarnaast komen dzuds, hevige stormen in zowel de zomer als de winter, steeds vaker voor en is de hoeveelheid neerslag de laatste vijftig jaar sterk afgenomen.

Meren en rivieren verdwijnen en het grondwaterpeil daalt hard. De onderzoekers waarschuwen dat Mongolië in een vicieuze cirkel van hittegolven dreigt te raken: door de stijgende temperaturen en afnemende neerslag verdroogt de bodem, wat warmte veroorzaakt. Meer warmte zorgt voor nog meer droogte en uiteindelijk nog meer warmte. Ruim twee derde van Mongolië heeft al te maken met ernstige woestijnvorming en landdegradatie. Dit alles heeft een verwoestend effect op de biodiversiteit van het land en het daarmee samenhangende levensonderhoud van de nomaden.

Het melken van de koeien gebeurt twee keer per dag, in de vroege ochtend en in de avond.

Het is 11 uur ’s ochtends, de lucht zindert, nergens is schaduw. Zelfs de krekels zijn stil. “De natuur en ons vee betekenen alles voor ons”, zegt Chantsaa. “Maar het grasland wordt schaarser en schaarser. Zonder gras heeft ons vee geen eten. En zonder vee hebben wij geen bestaansrecht.” Ze draait de blokjes aruul om, een soort kaas, die in twee grote schalen op het dak van de ger liggen te drogen. “Mijn man zegt dat we de aarde hebben misbruikt. Dat we de natuur jarenlang hebben uitgebuit. En nu slaat ze terug en keert ze zich tegen ons.” Ze zucht. “Eerlijk gezegd, dat geloof ik ook.”

Vergeelde sprietjes

De stijgende temperaturen en onregelmatige regenval tasten het kwetsbare ecosysteem van de Mongoolse vlaktes aan. Voedzame grassen, die bovendien met hun wortels de bodem bij elkaar houden, zijn nagenoeg verdwenen. Chantsaa: “Zo’n twintig jaar geleden was de Tuul-vlakte weelderig en groen. Het gras kwam tot wel zo hoog.” Ze wijst naar haar knieën. “Elke zomer konden onze dieren zich rond eten en voldoende reserves aanleggen voor de winter. Wat overbleef oogstten en droogden we voor slechtere tijden. Maar nu…” Ze bukt en trekt een paar vergeelde sprietjes uit de grond. “Nu hebben we zelden regen en groeit er nauwelijks nog iets. En wat er groeit, droogt uit door de altijd waaiende wind en de felle zon. Dit”, ze houdt de verdorde grassprietjes omhoog, “is nu het voedsel voor onze dieren. Hier kunnen zij niet van leven. Hier kunnen wij niet van leven.”

Boven de bergen pakken gitzwarte wolken zich samen, bliksemflitsen verlichten de hemel. Een enorm regensluier komt rap dichterbij. Net voor de bui losbarst, haalt Chantsaa de schalen met aruul naar binnen. “Ik zie het weer en de natuur veranderen”, zegt ze boven de op het tentdoek roffelende regen uit. “De seizoenen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Zo’n vijftien jaar geleden viel er elk jaar meer dan een meter sneeuw, die in mei begon te smelten. Dat smeltwater zorgde ervoor dat het gras kon ontkiemen. Maar nu valt er veel minder sneeuw, soms zelfs niets. En wat er valt, is al gesmolten voordat het gras begint te groeien.”

Ook de regenperiodes zijn aan het veranderen. De nomaden kunnen niet meer vertrouwen op hun eeuwenoude kennis van de natuur. “Konden we er vroeger de klok op gelijk zetten dat de regen in mei viel, nu is dat pas in juli. Of nog later. Maar niet alleen dat verandert. Als het eindelijk regent, zijn het extreme buien. Buien zoals deze. Er valt in korte tijd zoveel water, alles komt blank te staan.” Ze loopt naar de deur en kijkt door een kiertje naar buiten. “De zomers worden warmer en droger. De grond is daardoor zo uitgedroogd dat het water er niet in kan wegzakken. Het stroomt weg, veel vruchtbare grond met zich meenemend. En daar waar het water blijft staan, wordt de grond drassig. Op een te droge, maar ook op een te natte grond kan geen gras groeien. Beide zijn funest voor onze dieren.”

De regen valt steeds later

Chantsaa Bat-Ochir en haar kleinzoon Jiguurhulug Enkhtaiwan op de Tuul-vlakte. Het is er steeds moeilijker water te vinden.

Overbegrazing

Gestegen temperaturen en veranderende weersomstandigheden zijn niet de enige oorzaak van de landdegradatie. Overbegrazing speelt ook een grote rol. Toen Mongolië in 1990 een democratie werd en overging van een socialistisch systeem naar een vrijemarkteconomie, werd het voor herders rendabel om veel vee te hebben. Hoewel het in eerste instantie meer inkomsten betekende, leidde het uiteindelijk tot een hoog aanbod en dalende marktprijzen.

Om de inkomsten gelijk te houden werden de kuddes nog groter in omvang. Chantsaa: “Sommige herders bezitten meer dan 1000 dieren. Behalve meer vee zijn er ook meer herders. Ze komen uit het oosten en westen naar onze vlaktes in Centraal-Mongolië in de hoop voldoende voedsel te vinden voor hun dieren. Zo’n dertig jaar geleden was het hier nagenoeg leeg, de ger van de buren stond kilometers verderop. Tegenwoordig is dat 500 meter.”

Meer herders, meer dieren en vooral meer geiten zijn schadelijk voor de graslanden. Geiten zijn in trek omdat ze kostbare kasjmierwol leveren, en dus inkomsten. In aantal en omvang hebben ze de schapen ondertussen verdrongen. In vergelijking met schapen, koeien of paarden knagen geiten niet aan het gras of de overgebleven restjes planten, ze trekken het met wortel en al uit de grond. Met hun hoeven ploegen ze de bodem om en beschadigen ze de vegetatie, die door de droogte vervolgens niet kan herstellen. De bodemerosie en verlies aan biodiversiteit die de overbegrazing veroorzaakt, leiden uiteindelijk tot verwoestijning. “Er zijn gewoon te veel herders en te veel dieren op deze vlakte”, zegt Chantsaa. “De balans is weg.”

Einde van de middag, de zon schijnt weer uitbundig. De kleine pick-up van Jamya en Chantsaa hobbelt over een van de vele karrensporen. In de laadbak, tussen de boodschappen, zitten hun twee kleinzoons Jiguurhulug Enkhtaiwan (13) en Tuwshinbayar Sainbold (16), die ze in het dorp hebben opgehaald. “Ze zijn geboren en getogen in Ulaanbataar”, vertelt Chantsaa. “Nu hebben ze drie maanden zomervakantie en komen ze ons helpen. Dat doen ze al jaren. Zo kan ik ze het nomadische leven meegeven, de tradities leren en de harmonie met de natuur.” Ze lacht. “Ik weet nu al wat ze straks als eerste gaan doen. Paardrijden. Dat kunnen ze niet in de stad.”

Niet veel later loopt ze weer met een emmer en het melkkrukje naar haar koeien. De volgende groep moet gemolken worden. “Op het nieuws zie ik de hittegolven, de bosbranden, de overstromingen en aardverschuivingen. Klimaatverandering is wereldwijd. Of ik dat kan veranderen?”, vraagt ze. “Wij leven hier maar een eenvoudig bestaan. Nee, het zijn de mensen die altijd maar meer en sneller willen. Daar moeten ze mee stoppen. Het enige wat wij kunnen doen, is zorgen dat er minder vee is zodat het gras kan herstellen. Maar waar moeten we beginnen? Minder vee betekent ook minder inkomen.”

Chantsaa Bat-Ochir bij de Tuulrivier, die regelmatig uit haar oevers treedt.

Stijging met zes graden

Onderzoek wijst uit dat maar liefst 70 procent van het grasland door klimaatverandering en overbegrazing in zeer slechte staat verkeert. Gaat de opwarming van de aarde in dit tempo door, dan zal volgens klimaatwetenschappers de temperatuur in Mongolië vóór het einde van deze eeuw met 6 graden stijgen. Gras zal er niet meer groeien; het land zal een onleefbare woestijn worden. De herders en hun kuddes zullen verdwijnen, net zoals de cultuur en tradities.

Gelach en vrolijke stemmen klinken. Aan een tafeltje voor de ger zit Chantsaa met Jiguurhulug en Tuwshinbayar, ze spelen het ‘bikkelspel’. Om de beurt gooien ze de botjes uit het enkelgewricht van een schaap op de tafel, pakken er een paar uit en leggen die apart.

Ineens is de ger omringd door een enorme kudde geiten en schapen. Twee jongens op crossmotoren rijden er achteraan. Chantsaa zwaait, ze kent ze wel. “Dat bedoel ik nou met een verlies aan tradities. Jamya hoedt onze kudde te paard. Dat doen we al eeuwen zo. De jongere generatie is eigenlijk gewoon lui. Ze willen ook niet zo vroeg opstaan als ik om te gaan werken, ze blijven liever langer in hun bed liggen.” Ze pakt de botjes in haar hand, schudt en gooit ze op tafel. Triomfantelijk steekt ze beide armen in de lucht, ze heeft gewonnen. De twee jongens lachen om hun juichende oma. Kunnen haar tradities het ook winnen van de moderne tijd? “Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen en kleinkinderen onze cultuur leren. Maar ik ben bang dat als mijn generatie overlijdt, veel tradities verloren zullen gaan. Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen voorruitgang, maar allerlei nieuwe technologieën bedreigen onze tradities.”

Toch heeft ze de hoop op opvolging nog niet opgegeven. De komst van haar kleinzoons doet haar goed. “Of onze zoon ons opvolgt als wij oud zijn en ermee stoppen?”, vraagt ze. “Ik weet het niet, hij heeft een goede baan in de stad. Misschien hebben Jiguurhulug en Tuwshinbayar interesse. Als ik zie hoe ze het hier naar hun zin hebben. Het zijn enthousiaste paardrijders, Jiguurhulug rijdt ook races. Vooral hij wil graag meer leren over het hoeden van dieren en het bijeendrijven van een kudde in een omheining. Maar of hij dat over vijf of tien jaar nog leuk vindt? Ik hoop het, maar de toekomst zal het uitwijzen.”

Dit artikel werd gerealiseerd met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek en het Postcode Loterij Fonds Free Press Unlimited

Volg ons:

© 2023 DPG Media
Alle rechten voorbehouden

Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken