Select Page

Waar liggen de grenzen van Europa? 

Een documentaire van Eddy van Wessel en Daimon Xanthopoulos

Aan de grens van Bosnië-Herzegovina leven migranten in onmenselijke omstandigheden. Met regelmaat worden zij door de grenspolitie op gewelddadige wijze uitgezet. Bekijk de documentaire hieronder.

Over dit project

Fotograaf een meervoudig winnaar van de Zilveren Camera Eddy van Wessel en internationaal bekroond documentairemaker Daimon Xanthopoulos brachten de maand mei door in Bosnië-Herzegovina, aan de grens met Kroatië. Daar legden ze de onmenselijke omstandigheden vast waarin de migranten verblijven. Vrijwel allemaal waren ze al door de Kroaten teruggezet de grens met Bosnië over, sommige tientallen keren. Ze toonden hun verwondingen en kapot gemaakte bezittingen.

Eén keer waren ze zelf getuigen van een pushback, vertelt Van Wessel. “We waren aan de grensrivier. Ik hoorde een busje aankomen. Ik zag een man in uniform uitstappen, met een ploertendoder van zeker een meter lang”, vertelt hij. Hij moest zich verstoppen om niet gezien te worden, en kon dus geen foto’s maken. Toen de groep in de grensrivier stond, kon hij dat wel. Eén jongen liet hem zijn verse hondenbeten zien. “Los van het harde geweld vind ik het schokkendste om te zien dat er hele systemen achter schuilgaan. Heb je een goedkope telefoon, dan maken de Kroaten hem kapot. Maar heb je een mooie telefoon, dan pakken ze hem af. Eenmaal terug in Bosnië kun je hem dan weer terugkopen.”

Na tientallen keren proberen zitten velen als ratten in de val. Een nieuwe poging wagen kost weer geld, dat geleend moet worden van het thuisfront. Teruggaan naar huis betekent dat je moet toegeven aan je familie, die zich voor jou in de schulden heeft gestoken, dat de missie mislukt is. “Dus dan toch maar weer een poging, om weer teruggestuurd te worden. Teruggeslágen. Vaak werk ik aan frontlinies in landen met regimes waarvan ik blij ben als ik er weer weg ben. Dat dit gebeurt in mijn eigen Europa, vind ik onverteerbaar.”

Thijs Kettenis

Volg ons:

Website: Charlot Verlouw. Met dank aan Jan Kruidhof.