Select Page

In het hart
van Ruslands
houtindustrie

In het noorden van Rusland ligt het grootste bos ter wereld. Hier logeren journalist Jelle Brandt Corstius en fotograaf Jeroen Toirkens bij een oud-houthakker.

Van de bomen die in dit gebied worden gekapt, wordt een deel van onze kasten, kranten, tafels en tissues gemaakt. 

In het hart
van Ruslands
houtindustrie

In het noorden van Rusland ligt het grootste bos ter wereld. Hier logeren journalist Jelle Brandt Corstius en fotograaf Jeroen Toirkens bij een oud-houthakker.

Journalist Jelle Brandt Corstius en fotograaf Jeroen Toirkens bezoeken voor Trouw de noordelijke bossen van de wereld. Vier jaar lang, acht reizen. Dit is deel vijf. Bekijk ook het verslag van hun reizen naar Noorwegen en JapanCanada en Schotland. Jelle vertelt meer over het project in deze video.

Journalist Jelle Brandt Corstius en fotograaf Jeroen Toirkens bezoeken voor Trouw de noordelijke bossen van de wereld. Vier jaar lang, acht reizen. Dit is deel vijf. Bekijk ook het verslag van hun reizen naar Noorwegen en JapanCanada en Schotland. Jelle vertelt meer over het project in deze video.

Gennady Tugu­shin zit in zijn container, op de kruising van twee wegen. Gennady is zijn officiële voornaam, maar iedereen zegt gewoon Gena. Buiten vriest het, maar in de container zorgt een kachel voor de warmte en een tv voor het vermaak. De hoofdweg loopt van Kotlas naar Syktyvkar. De andere weg is een privéweg, van het bosbedrijf. De weg is verzwaard met betonplaten, dat moet ook wel, want hier rijden alleen maar vrachtwagens volgeladen met hout.

Gena werkt als bewaker bij het bosbedrijf. Vanuit hier kan Gena alles in de gaten houden: wie er naar de bossen rijdt en wie er vandaan komt. Elke vrachtwagen met een lading hout moet even stoppen bij de container om te kijken of de lading hout wel goed is vastgesjord. “Dat kan levensgevaarlijk zijn”, vertelt Gena. “Vorige week is er nog een vrachtwagen omgevallen, het hout was niet goed ­gebalanceerd.”

Gennady Tugushin werkt nog steeds voor het houtbedrijf om zijn pensioen aan te vullen.

Gennady Tugushin werkt nog steeds voor het houtbedrijf om zijn pensioen aan te vullen.
We rijden naar de haven van Sojga. Vanuit hier vertrekken de dikkere stammen naar de haven van Archangelsk, waarvandaan in de lente, als de rivier de Vychegda is ontdooid, alle hout per boot naar de houtzagerijen gaat. “Ik moet in de gaten houden dat er niks wordt gestolen, of dat er brand uitbreekt. Zodra er brand is, ben je je hele voorraad kwijt”, vertelt Gena met een peuk in zijn mond.

De dunnere stammen belanden in de plaatselijke houtpulpfabrieken, waar vervolgens papier wordt gemaakt. Dat papier is bestemd voor de Europese markt, en dat wordt alleen maar meer, geholpen door een zwakke roebel is er veel vraag naar Russisch papier. De kans is aanwezig dat het papier van de krant in uw handen ook uit deze fabrieken afkomstig is.

Behalve een olie- en gasgigant, is Rusland ook een houtgigant. De reserves zijn enorm: over de hele breedte van Rusland groeit bijna onafgebroken een gordel van boreaal bos of de taiga, zoals de Russen het noemen: naaldbomen en berken. Ongeveer een vijfde van de bomen van de wereld staat in Rusland, daarmee is het de grootste bosbezitter in de wereld, groter nog dan de Braziliaanse Amazone.

Onder: Tonya

Verreweg het grootste deel van dit bos is ongeschikt voor de boomkap, het ligt simpelweg te ver van de weg vandaan. Maar hier, tussen de steden Kotlas en Syktyvkar, zijn de omstandigheden ideaal. 85 procent van de economie draait hier op de bosbouw. Er is een goed wegennet, een rivier waar het hout kan worden vervoerd, en er wonen mensen die het werk kunnen doen. Meer dan 800.000 Russen werken in de bosbouw en Gena is er een van.

Eigenlijk is hij al met pensioen, hij werkte zijn hele leven als houthakker, maar om zijn magere pensioen aan te vullen is hij blijven hangen als bewaker, veelal in nachtdiensten. Zijn gezicht vertoont tekenen van een hard leven: “Het was hard werk, de hele winter ging het door. Pas als het kwik daalde tot onder de -40 kregen we vrij. In de Sovjettijd waren er geen zware machines, alles ging met de hand met de kettingzaag.”

Hij neemt ons mee naar zijn huis, in het dorp Berdisjicha, een kwartiertje rijden van de container. Zijn auto zet hij aan de kant bij de afslag naar zijn dorp, de laatste kilometer doen we te voet. “Het gaat behoorlijk sneeuwen vanavond, en als het echt goed sneeuwt, kom ik morgen het dorp niet uit. De hoofdweg houden ze wel schoon ­vanwege de houttransporten, maar ze hebben niet altijd tijd om het dorp in te rijden.”

Het dorp ziet er leeg uit, slechts uit twee schoorstenen komt rook. Zijn eigen huis staat aan het einde van de weg. Een radio hangt aan een boom in de besneeuwde tuin, op vol volume. Om de stilte te bezweren, lijkt het. Trots laat hij de banya, de Russische sauna zien, en zijn konijnenhok. “De eerste keer dat ik een konijn moest slachten, moest ik huilen, daarna niet meer. Konijnenvlees is goed voor je gezondheid, vooral als je al wat ouder bent”, legt hij uit.
Binnen heeft zijn vrouw Tonya zoals de Russische gastvrijheid het voorschrijft de tafel volgezet met lekkernijen. Nagenoeg alles is afkomstig van hun moestuin en het bos aan de overkant van de rivier. In de winter valt er niet veel te doen, maar in de zomer maakt het echtpaar lange uren, de middernachtzon komt dan goed van pas. Groenten uit de moestuin, paddenstoelen, bessen en het sap van berken uit het bos, en vis uit de rivier. Het bos gaan ze nooit alleen in: “Je weet nooit wat je tegenkomt. Er zijn slangen en ­beren. Af en toe sta je met een beer aan dezelfde frambozenstruik te plukken. Maar we laten elkaar met rust. Het bos en de dieren moet je respecteren. Het bos voedt je, geeft zuurstof. Wat heb je nog meer nodig?

‘Pas als het kwik daalde tot onder de -40 kregen we vrij’

“De eerste keer dat ik een konijn moest slachten moest ik huilen, daarna niet meer”

– Gennady Tugushin

“Alleen suiker kopen we in de winkel, anders kan ik geen cognac maken”, zegt Gena. Tonya haalt een enorme weckpot met cognac uit de kelder, waar ook rijen met ingemaakte groenten staan om de winter door te komen.
Hout krijgt Gena uiteraard van zijn bedrijf. Elk jaar, een vrachtwagen vol, om de winter door te komen. Zonder hout is leven niet mogelijk in Russische dorpen. De kachel vormt het hart van het huis, typisch voor Russische dorpshuizen. Het is een enorm bakstenen gevaarte. De kamers grenzen allemaal aan de kachel, zodat het overal behaaglijk is. “Als ik echt oud word, kom ik daar terecht”, vertelt Tonya en wijst naar de bovenkant van de kachel. Russen op leeftijd liggen op de kachel, het warmste plekje van het huis, tussen de viltlaarzen die er te drogen liggen.

De hele dag staan twee televisies aan: een tv voor Tonya in de ene kamer, de andere voor Gena in de andere kamer. De tv van Gena staat permanent op het Eerste Kanaal, een staatszender waar kijkers de hele dag door worden gebombardeerd met propaganda. Volgens Gena is Rusland omringd door vijanden en is iedereen eropuit om Rusland kapot te maken. Dat is precies wat het Kremlin ook doet: alle binnenlandse problemen wijten aan buitenlandse politiek. Dat hij bijvoorbeeld nog steeds moet werken om zijn pensioen aan te vullen.

Als Gena echt tekeergaat komt Tonya uit de andere kamer om de aandacht af te leiden met een glaasje cognac.

“Wil je mijn kinderen zien?”, vraagt Tonya, en ze neemt mij mee naar een vensterbank aan de zuidkant van het huis. Daar staan kleine potjes met ­tomatenplantjes, ze zijn pas net ontkiemd. Op deze manier maakt ze het groeiseizoen wat langer. In mei, als de meeste sneeuw weg is, kunnen de ­tomaten in de kas.

‘Wil je mijn kinderen zien?,’ vraagt Tonya, en neemt mij mee naar een vensterbank

Tonya komt uit Donetsk, in het oosten van Oekraïne, waar nu de oorlog woedt. Met haar Oekraïense paspoort kan ze niet werken in Rusland, dus zorgt ze voor het huishouden. “Natuurlijk mis ik mijn vrienden en het stadse leven. Naar de bioscoop, heerlijk! Maar ik kan niet terug, er is oorlog. En bovendien: Gena krijg ik nooit naar de stad.”

Gena klopt aan, de sneeuw is geruimd op de hoofdweg, en hij wil ons meenemen naar de houthakkers. We rijden vijftig kilometer door een bos dat al in de Sovjettijd is gekapt en herplant. De bomen zijn nog niet rijp om al te worden gekapt. Het herplanten van bomen is een groot probleem in Rusland. Weliswaar worden er op grote schaal nieuwe bomen geplant, maar ze worden vervolgens niet goed onderhouden. Dat wordt over een jaar of twintig een probleem, als de aangeplante bomen moeten worden gekapt. Het is de vraag hoeveel daarvan er dan nog overeind staan.

We komen aan bij de houthakkers. Hier werken ze vijf dagen op, vijf dagen af, twaalf uur op, twaalf uur af. Ondanks de vrieskou is het beter werken dan in de zomer, als de muggen het werk bijna onmogelijk maken.

Het wordt donker. Enorme voertuigen met bouwlampen kruipen als monsters door het bos, op een meter of vijftig van ons vandaan, dichterbij mogen we niet komen. Telkens zie je een den verdwijnen in de muil van een van de monsters, dat hem moeiteloos omzaagt, stript van zijn takken en als een luciferhoutje op de grond gooit. Om een nieuw leven te beginnen als kast, tafel, krant of tissue.

Boreale zone

Het boreale woud is de grootste vegetatiezone op aarde en beslaat zo’n 29% van het totale bosgebied. Met een oppervlakte van zo’n negen miljoen vierkante kilometer is het aanzienlijk groter dan het Amazone-regenwoud. Met name in Rusland is sinds de val van het communisme de ontbossing enorm toegenomen.

Boreale bossen zetten op grote schaal koolstofdioxide om in zuurstof. Een gemiddelde boom produceert in honderd jaar genoeg zuurstof om een persoon twintig jaar van te laten ademen. Toch is minder dan twaalf procent van deze bossen beschermd gebied.

Eenderde van dit boreale bos ligt in Canada. Het is het grootste intacte bos ter wereld: drie miljoen vierkante kilometer  bos zonder steden, wegen en industrie.

Financiering

Het Borealis-project wordt ­financieel ondersteund door ­onder meer ASN-bank, Staatsbosbeheer en het Anchorage ­Museum in Alaska. Trouw is ­mediapartner. Ook u kunt het project sponsoren. Ga voor meer informatie naar borealisproject.nl.

TEKST: JELLE BRANDT CORSTIUS
FOTOGRAFIE: JEROEN TOIRKENS
WEBSITE: DANUSIA SCHENKE EN JAN KRUIDHOF