Selecteer een pagina

Koeien in de woestijn

Koeien in
de woestijn

Fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen verbaasde zich overal ter wereld over de gigantische schaal in de voedselproductie. Van sperzieboontjes in Kenia, tomaten in Nederland tot rundvlees in de VS. Het vijfde en laatste deel van Food for Thought toont de ambitie in het Midden-Oosten om te midden van droogte en hitte veel meer voedsel te produceren.

fotografie & video
Kadir van Lohuizen

Fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen verbaasde zich overal ter wereld over de gigantische schaal in de voedselproductie. Van sperzieboontjes in Kenia, tomaten in Nederland tot rundvlees in de VS. Het vijfde en laatste deel van Food for Thought toont de ambitie in het Midden-Oosten om te midden van droogte en hitte veel meer voedsel te produceren.

fotografie & video Kadir van Lohuizen

Eén voor één sjokken ze tussen de ijzeren hekken door, in de richting van de melkmachines. Voor de kamelen van Al Ain Farms, zo’n anderhalf uur rijden van Abu Dhabi, is het een dagelijkse routine. Wanneer elke kameel eenmaal op haar plek staat, bevestigen medewerkers de machines aan de uiers, en vanaf dat moment neemt de computer het over.

Vier van de dieren draaien het hoofd nieuwsgierig in de richting van Kadir van Lohuizen, die het proces vastlegt. De fotograaf reist door de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië om de voedselindustrie in beide landen vast te leggen. Met kamelenmelk was hij overigens al bekend. Best prima, aldus de fotograaf. “Het is slechts even wennen.”

Op Al Ain Farms lopen meer dan drieduizend kamelen rond, 1800 daarvan geven ook melk. Die melk wordt in flessen gegoten, of verwerkt tot een melkpoeder dat in doosjes wordt verpakt, voordat het in de winkels belandt. Er zijn ook kamelenboerderijen in de Emiraten die uitpakken met een nog breder assortiment: chocolademelk, dadelmelk, roomijs, of laban, een soort yoghurtdrink, allemaal met kamelenmelk als basis. “Omarm de smaak van traditie”, zo nodigt één van de reclames van de boerderij uit.

De kamelen van de Al Ain Farms,
zo’n anderhalf uur rijden van Abu Dhabi,
in de melkmachine

 Het bedrijf heeft
3000 kamelen, waarvan er
1800 melk geven

De Al Ain boerderij heeft
2000 kamelen voor
de melkproductie

Kamelen op industriële schaal

Kamelenmelk is niet nieuw; onder andere voor de bedoeïenen in de regio is het al duizenden jaren onderdeel van het dieet. Maar het houden en melken van kamelen op industriële schaal, om het product vervolgens op grote schaal te verkopen, is een ontwikkeling die de laatste decennia is opgekomen.

Het lijkt een logische stap voor een land als de Emiraten. De kameel – met een isolerende vacht, eeltige voetkussens, en een talent voor het reguleren van de eigen temperatuur – is als geen ander uitgerust voor de hoge temperaturen die op het Arabische Schiereiland voorkomen.

Met name in de zomer, dan kan het kwik makkelijk tot boven de 50 graden uitkomen. Wat dat betreft lijkt de kameel een ideale keuze voor een regio waar de temperaturen door de klimaatcrisis naar verwachting zullen blijven stijgen. Want het Midden-Oosten warmt een stuk sneller op dan veel andere werelddelen. Klimaatwetenschappers van het Cyprus Instituut en het Max Planck Instituut publiceerden twee jaar geleden nog een onderzoek waarin ze waarschuwen dat het Midden-Oosten tegen het einde van de eeuw met maar liefst vijf graden – mogelijk meer – kan opwarmen.

Melk wordt bij Al Rawabi verpakt of verwerkt tot andere zuivelproducten.

Bij Al Ain houden ze naast melkkamelen en melkkoeien ook kippen voor eieren en vlees.

Populairder is de zwart-bonte Holstein-Friesian

Toch is de kameel niet het populairste dier in de Emiraten en Saudi-Arabië, als het gaat om de productie van melk. Dat blijft, net als bijna overal ter wereld, de koe. De zwartbonte Holstein-Friesian om precies te zijn, dezelfde soort die ’s zomers ook in de meeste Nederlandse weilanden staat te grazen. De ‘HF’ heeft de populariteit vooral te danken aan de dertig tot veertig liter melk die het dier per dag kan produceren, ruim drie keer meer dan de hoeveelheid melk – zo’n tien liter – die de gemiddelde kameel voortbrengt.

Hamish Fleetwood is bedrijfsleider bij Al Rawabi Farms, een groot zuivelbedrijf even buiten Dubai. Ook hier worden enkel Holstein-Friesians gehouden, vertelt hij aan de telefoon. Eind jaren tachtig werden de eerste vijfhonderd uit Europa geïmporteerd, nu lopen er zo’n 16.500 rond. “Ze kunnen redelijk goed overweg met de hitte en ze geven veel melk. Ze komen erg vaak voor in het Midden-Oosten, ik zou durven zeggen dat 99 procent van al het melkvee in de regio Holstein-Friesian is.”

Niet dat de koeien het in hun eentje zouden redden in dit klimaat, geeft hij toe. Wanneer het heter wordt dan 28 graden, dan loopt een melkkoe het risico op hittestress wat inhoudt dat het niet meer lukt het lichaam voldoende af te koelen. Daardoor eten ze minder, geven ze minder melk, en kunnen ze last krijgen van andere gezondheidsproblemen.

Fotograaf Kadir van Lohuizen

Fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen (60) legt de complete voedingsketen vast: van het hoogtechnologisch aangepaste zaadje tot de Edammerkaas voor de export. Als fotojournalist werkt hij al decennialang voor nationale en internationale media. Met zijn fotoreeks over afval in wereldsteden won hij in 2018 een World Press Photo Award. Ook won hij de Zilveren Camera in 1994, 1997 en 2001.

 De stal is voorzien van
een speciaal koelingssysteem
tegen oververhitting

De verwerking van
veevoer op de
Al Rawabi Farms, zoals alfalfa

Ventilatoren en sproeiers tegen oververhitting

Bij Al Rawabi worden de dieren daarom een handje geholpen. “We gebruiken een speciaal stalkoelingssysteem dat we uit de Verenigde Staten hebben geïmporteerd: 7pk-motoren met ventilatoren eraan en een waterleiding met daaraan sproeiers gemonteerd van allerlei verschillende maten. Een computer, die onder andere de temperatuur en de vochtigheid meet, rekent precies uit hoeveel water er nodig is. Dit is hét systeem dat alle melkveehouderijen in de buurt gebruiken”, aldus Fleetwood.

Het water dat gebruikt wordt, komt deels uit lokale waterbronnen en wordt deels door de overheid geleverd. Water is een schaars goed, het grondwaterpeil zakt met de jaren steeds verder. Er wordt ook gebruik gemaakt van ontziltingsinstallaties, die zout water in zoet water veranderen. Het is een uitkomst, maar erg duur, energie-intensief en ook vervuilend.

De hitte op zichzelf is overigens niet het grootste probleem voor de koeien, vertelt Fleetwood. “De echte uitdaging is de luchtvochtigheid, zeker tegen het einde van het jaar – oktober, november – wanneer de vochtigheidsgraad omhoog schiet. Soms tot wel 90 procent, wat echt verstikkend is.”

Op zo’n moment wordt het een gepuzzel. Want als het koelsysteem te veel water verspreidt, wordt het alleen maar vochtiger. Tegelijkertijd kunnen de temperaturen aan het eind van het jaar nog altijd oplopen tot boven de dertig graden. De hoop is dat de ventilatoren dan voldoende zijn om te voorkomen dat de koeien oververhit raken.

Als het gaat om de productie van melk, is de zwart-bonte Holstein Friesian het populairste dier in de Emiraten en Saudi-Arabië.

Al Ain Farms, bij Abu-Dhabi, heeft er ongeveer 15.000.

Al het veevoer wordt geïmporteerd

Naast een aangename omgeving heeft een melkkoe ook eten nodig. En veel: een dier kan op een dag makkelijk tientallen kilo’s alfalfa, ook wel bekend als luzerne, naar binnen werken. De eiwitrijke plant is over de hele wereld populair als veevoer, en wordt vaak gedroogd geserveerd of gemengd met mais.

Maar de Golfstaten zijn niet geschikt om zelf zulke hoeveelheden alfalfa, dat erg veel water nodig heeft, te produceren. Saudi-Arabië heeft de teelt ervan in 2018 zelfs verboden in een poging de waterschaarste in eigen land tegen te gaan. In de Emiraten wordt er nog een beetje verbouwd, maar niet veel. Fleetwood: “Wij importeren eigenlijk al onze alfalfa. Soms uit Europa, maar ook uit Soedan en Zuid-Afrika. Of uit de VS, afhankelijk van de prijs en de kwaliteit.”

Een van de terminals
in de haven is volledig
geautomatiseerd

In de haven Jebel Ali
in de Emiraten bevat
een groot deel van
de containers voedsel

De containerkranen worden
vanuit een centrale
commando-post door
voornamelijk vrouwen bediend

Sommige boerderijen in Saudi-Arabië gaan een stap verder en kopen grond in het buitenland om alfalfa te verbouwen, om zo verzekerd te zijn van een eigen voorraad. Zo bezit het Saudische bedrijf Fondomonte, een dochteronderneming van het zuivelbedrijf Almarai, duizenden hectares aan landbouwgrond in Californië en Arizona waar alfalfa wordt geteeld dat vervolgens weer wordt teruggescheept naar het koninkrijk.

Het is niet onomstreden. Het bedrijf maakt gebruik van de al schaarse voorraad grondwater in die staten voor irrigatie. De wetgeving staat het toe, maar het zorgt ook voor opgetrokken wenkbrauwen bij omwonenden. Na enige ophef maakte de gouverneur van Arizona eind vorig jaar bekend dat een deel van de huurcontracten met Fondomonte beëindigd of niet meer verlengd zouden worden.

Zelfvoorzienend worden, dat is wat ze willen

Het gedroomde toekomstbeeld van Saudi-Arabië en de VAE is om uiteindelijk zelfvoorzienend te worden. Beide landen importeren nog altijd het gros van hun voedsel, maar dat moet veranderen. Het is een geluid dat Van Lohuizen tijdens zijn reizen ook vaak hoorde. “Na de coronacrisis zag je dat er zowel in Saudi-Arabië als in de Verenigde Arabische Emiraten iets in gang werd gezet. Beide landen zijn afhankelijk van de voedselimport en toen de distributiesystemen wereldwijd verstoord werden door de pandemie, werd die afhankelijkheid nog eens onderstreept. Daar willen ze vanaf.”

Het was niet alleen de coronacrisis die de landen te denken gaf. “Drie jaar geleden was er ook het vrachtschip Evergreen, dat vastliep in het Suezkanaal en zo dagenlang een van de belangrijkste handelsroutes blokkeerde. En dan de aanvallen van de Houthi’s de laatste maanden op vrachtschepen in de Rode Zee , waardoor veel reders er nu voor kiezen de lange route via de Kaap de Goede Hoop te nemen”, somt Van Lohuizen op.

Al Watania, in Saudi-Arabië,
is de grootste producent van
vleeskuikens in de regio en
één van de grootste ter wereld

Al Ain Farms, bij Abu Dhabi,
heeft 360.000 kippen die
90 miljoen eieren per jaar leggen

Het mag duidelijk zijn: de wereldhandel kan van de ene op de andere dag flink in de war worden gegooid. Het is “een ervaring geweest waaruit we veel lessen gehaald hebben”, zo vatte minister van industrie en geavanceerde technologie van de VAE, Sultan al-Jaber, het anderhalf jaar geleden samen tijdens een conferentie over de voedselzekerheid binnen de federatie.

Wat betreft zelfvoorzienendheid lijkt Saudi-Arabië – naar eigen zeggen – op sommige gebieden iets voor te lopen. Het ministerie van milieu, water en landbouw zegt dat er van sommige producten, zoals melk en eieren, in principe genoeg geproduceerd wordt om te voldoen aan de behoeften van de eigen bevolking.

De Al Watania boerderij produceert ook nog 7 miljoen vleeskuikens per jaar die in blauw licht gevangen worden om stress onder de dieren te verminderen.

Bij Al Ain Farms worden er dagelijks een miljoen kippen halal geslacht en verwerkt.

Een enorm pluimveebedrijf

Een andere sector waar de overheid veel in investeert, met het doel zelfvoorzienend te worden, is de pluimveesector, in het bijzonder de kip. De grootste speler in het land is Al Watania, tevens ook het grootste pluimveebedrijf in het Midden-Oosten en één van de grootste ter wereld. Hier worden elke dag 1 miljoen kippen geslacht, zo’n elf per seconde.

Het leven van de kip speelt zich af binnen de vier muren van Al Watania: van ei, tot kuiken, tot de slacht – het bedrijf overziet het hele proces. Ook houdt het zich bezig met het verpakken van het vlees en de distributie.

Het verblijf van de dieren is gebaad in blauw licht. Dat zou stressverlagend werken en het zorgt ervoor dat de kippen stil blijven zitten. Dat komt van pas wanneer medewerkers naar binnen gaan om de kippen te verzamelen voor de slacht; ze lopen niet weg, en hoeven alleen maar opgepakt te worden.

Ze worden in plastic kratten gestopt en naar een volgende ruimte vervoerd, waar hetzelfde blauwe licht brandt. Hier worden ze aan hun poten aan een lopende band gehangen. De kippen worden halal geslacht, wat inhoudt dat er even verderop enkele medewerkers staan met een mesje in de hand. In één beweging, zo is de bedoeling, moeten de halsader, de halsslagader en de luchtpijp doorgesneden worden. Bij het slachten van elk dier moet in principe ook de spreuk ‘In de naam van God, God is de grootste’, uitgesproken worden. Als de hals eenmaal is doorgesneden en het karkas is uitgebloed, wordt de kip geplukt, de poten verwijderd, en vervolgens verpakt.

Verticale landbouw

Het is niet alleen het leven van de kip dat zich grotendeels binnen afspeelt. In de Golfstaten is slechts een fractie van het land, 1 procent in Saudi-Arabië en 5 procent in de VAE, van nature geschikt om op te verbouwen. Maar dat hoeft het kweken van gewassen niet in de weg te staan. Beide landen zetten al jaren vol in op ‘verticale landbouw’, een methode waarbij gewassen zoals sla en spinazie niet in de grond, maar in gestapelde bakken geteeld worden. De bakken staan binnen zodat de omstandigheden – de temperatuur, de hoeveelheid licht en de luchtvochtigheid – tot in de kleinste details gecontroleerd kunnen worden. De teelt is ook niet afhankelijk van de seizoenen, er kan het hele jaar door gezaaid een geoogst worden.

Bustanica in Dubai zegt de grootste indoor vertical farm te zijn in de regio. 30.000 m2 sla, rucola en spinazie.

Ze produceren 3000 kilo groente per dag, vooral geproduceerd voor vliegmaatschappij Emirates.

Arbeidsmigranten

De meeste medewerkers, net als in de andere voedselbedrijven in de Golfstaten, zijn arbeidsmigranten. “Net als op zoveel plekken overigens. In Nederland werken er veel arbeidsmigranten uit Oost-Europa, en in de Verenigde Staten uit Mexico. In de fabrieken in Saudi-Arabië en de Emiraten zie je juist veel Bengalen, Indiërs, Pakistanen, en ook Nepalezen”, vertelt Van Lohuizen.

De technologie maakt het mogelijk om te boeren in de woestijn. Dankzij de olie- en gasinkomsten is er, voorlopig, nog genoeg geld om daarin te blijven investeren. “Maar water, dat is echt een ding”, besluit de fotograaf. “Er is een ultiem geloof dat de technologie ook hier een oplossing kan bieden, wellicht via ‘cloud seeding’, het manipuleren van het weer. Maar is dat reëel? Ik vraag me af hoe dit uiteindelijk zal uitpakken.”

Het project Food for Thought is mede mogelijk gemaakt door Fonds Anna Cornelis en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten

Dozen vol tomaten,
klaar voor transport van
Al Mallouhi Farm in Saudie-Arabië,
voor eigen gebruik en export

Gesorteerd door arbeidsmigranten.
Het land heeft de ambitie om
de grootste voedselproducent
in de regio te worden

Een gigantische tomatenkas
in aanbouw in Al Kharj,
Saudi-Arabië, gemaakt
met Nederlandse technologie

Dava Agricultural in Al Kharj is de grootste tomatenkweker van het Midden-Oosten.

De kassen zijn gebouwd met technologie van het Nederlandse bedrijf Debets Schalke.

Eerdere afleveringen gepubliceerd in Trouw:

De groentetuin van Europa in Kenia
De kassen van Xi in China
Krioelende koeien in de VS
Tomaten, vee en zaden in Nederland

De tentoonstelling Food for Thought is tot 5 januari 2025 te zien in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

De vierdelige serie Food for Thought is te zien bij de VPRO en NPO Start.

Kadir van Lohuizen maakte eerder de film De Voedsel BV. Deze film is te bekijken op vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/afleveringen/2022-2023/de-voedsel-bv.html

Het boek Food for Thought van uitgeverij Lannoo is te koop voor 55 euro.

Colofon

Fotografie & video: Kadir van Lohuizen
Tekst: Isabel Bolle
Animaties: Fadi Nadrous
Online vormgeving: Danusia Schenke
Eindredactie: Esther Bijlo

Volg ons:

© 2024 DPG Media
Alle rechten voorbehouden

Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken