Pakistan overvallen door overstromingen.
‘Alles is kapot, we waren hier niet op voorbereid’
Mensenrechtenactivist Akram Khaskheli verleent noodhulp aan Pakistanen die hun huis kwijtraakten na de dodelijke overstromingen van een paar weken geleden. Hij vreest voor de toekomst van de kleine boeren die blijven zitten met schulden.
Fotografie AP/AFP – tekst Aletta André
“Bijna iedereen slaapt in de open lucht”, zegt Akram Khaskheli uit de Pakistaanse provincie Sindh. Vanuit de overstroomde plaats Nawabshah runt hij de mensenrechtenorganisatie HWA, gewoonlijk gericht op de rechten van arbeiders. De afgelopen weken is hij dag en nacht in de weer geweest met noodhulp voor slachtoffers van wat Pakistans klimaatminister beschreef als een ramp van bijbelse proporties.
“Tussen 15 en 23 augustus regende het bijna non-stop”, vertelt hij. Ook zijn eigen kantoor liep onder water, en hij verhuisde zijn medewerkers en belangrijke papieren naar een hoger gelegen locatie. “We hebben tot nu toe vooral gestrande mensen gered en voedsel uitgedeeld”, vertelt hij via een telefoonverbinding die af en toe wegvalt. Via Whatsapp stuurt hij foto’s. Half ondergelopen huizen, mensen die tot hun middel in het water spullen op hun hoofd verplaatsen, baby’s in kleine muggennetjes, mensen die met enkele geredde potten en pannen langs de kant van een modderweg zitten.
Khaskheli (38) schat dat van alle dakloos geraakte mensen ongeveer een vijfde hulp heeft gekregen in de vorm van voedsel, medische ondersteuning of onderdak – een tent of een onderkomen in bijvoorbeeld een schoolgebouw. De rest moet zichzelf redden en slaapt dus al weken in de open lucht, waar de kans op ziektes door vies water en muggen elke dag toeneemt.
Vast op eilandjes of op de daken van huizen
Bereikbaarheid is een probleem bij het leveren van hulp. Nawabshah is uren rijden van het dichtstbijzijnde grote vliegveld en de weg is volgens Khaskheli dusdanig beschadigd dat vrachtwagens de tocht niet aankunnen. Er zijn meer boten nodig om de gestrande mensen te kunnen bereiken. Die zitten nog altijd vast, op eilandjes of op de daken van huizen, omringd door water. Het platteland is in een groot meer veranderd.
“De overheid was niet voorbereid op deze ramp”, zegt Khaskheli. Mensen zijn niet op tijd geëvacueerd en zijn niet eens gewaarschuwd over de weersvoorspellingen. Vervolgens kon de overheid ontheemden niet helpen met voedsel. Veel mensen hebben dagenlang honger geleden.”
De hoosbuien zijn in Nawabshah inmiddels gestopt. “Het water staat ook al wel ietsje lager, maar is nog niet weg”, zegt Khaskheli. De lokale autoriteiten zijn bezig met afwatering in kanalen, maar dat gaat nog zeker anderhalve week duren. Ondertussen denkt hij alweer vooruit. “We moeten ons richten op de behoeftes van boeren en landarbeiders om deze ramp te boven te komen. Want alles is kapot.”
Hij geeft het voorbeeld van de 45-jarige Mohammad Ali, wiens huis is ingestort door het water. Hij heeft vijf jonge kinderen, drie meisjes en twee jongens. Het hele gezin slaapt nu samen in een tent langs de kant van de weg. Ze zijn afhankelijk van liefdadigheid om te kunnen eten. Hoe ze het komende jaar gaan overleven weten ze niet. Ze hadden twee geiten, die in de overstroming zijn omgekomen. Twee waterbuffels overleefden wel, maar zijn ziek. Het suikerriet dat Ali verbouwde is volledig vergaan.
‘Dwangarbeid komt veel voor’
Voordat het begon te stortregenen, stond het katoen en suikerriet volgroeid in de velden van deze regio, klaar om geoogst te worden. “Nu zijn bijna alle gewassen die in de velden stonden beschadigd”, zegt Khaskheli. “De oogst was begonnen, maar het werk ligt nu stil. En zelfs het volgende seizoen is onzeker. In november wordt gewoonlijk tarwe gezaaid. Maar ik betwijfel of de grond hiervoor wel geschikt zal zijn.”
Om duidelijk te maken wat dit betekent, niet alleen voor de voedselzekerheid van het land, maar ook voor de positie van landarbeiders, legt Khaskheli uit hoe de sociale structuren van de regio in elkaar zitten. “Dwangarbeid komt veel voor”, zegt hij en citeert The Global Slavery Index: in heel Pakistan leven ruim 3 miljoen moderne slaven – en volgens hem zit de meerderheid in Sindh. Hier zitten kinderen bij, die bijvoorbeeld in fabriekjes of baksteenovens werken, en ook veel boeren. Als middeleeuwse horigen bewerken zij het land van een grote landeigenaar, en moeten in ruil de helft van hun oogst aan die landeigenaar afstaan.
“Wanneer horige boeren in de schulden raken, is arbeid de enige manier om de landeigenaar terug te betalen. Die schuld blijft zich soms wel generaties lang opstapelen. Zo ontstaat dwangarbeid.” De afgelopen jaren vocht mensenrechtenorganisatie HWA tegen dit fenomeen en kon dankzij een provinciale wet die Sindh in 2016 aannam via de rechtbank duizenden dwangarbeiders bevrijden. Khaskheli vreest dat de overstromingen dit werk ongedaan maken. “Nu de oogst van dit seizoen verloren is gegaan, kun je je voorstellen dat er een groot risico is op toename van dwang- en kinderarbeid.”
Ook Mohammad Ali, de vader van de vijf kinderen, bewerkte het land van een landeigenaar. Nu zijn oogst is verwoest, weet hij niet of de landeigenaar zijn verlies zal nemen of dat hij met een schuld achterblijft. HWA eist daarom van de regering dat alle schulden van kleine boeren en arbeiders in het licht van de natuurramp worden kwijtgescholden. Op die manier kan in elk geval hun toekomstige levensonderhoud worden beschermd.
Volg ons:
© 2022 de Persgroep Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden
Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken