Bij Eindhoven slapen dakloze arbeidsmigranten in tenten
Nederland telt steeds meer dakloze arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Fotograaf Ton Toemen volgt een groep die in tenten slaapt in een Eindhovens bos. Vandaag dient een rechtszaak: de daklozen moeten daar weg van de gemeente. Maar waarheen?
Fotografie Ton Toemen – tekst Johan van Heerde
Pepo is jarig. De geboren Bulgaar heet eigenlijk Preslav Vilyanov, maar zo noemt niemand hem. Hij is 44 geworden en viert zijn verjaardag met een aantal medebewoners van een tentenkampje bij Eindhoven. Pepo laat trots een tas vol cadeaus zien die hij heeft gekregen. Hij somt op: batterijen, sokken, ondergoed, een koplamp voor een fiets en een scheermes. En dat is nog maar het begin.
Het kampje waar Pepo zijn nachten doorbrengt is opgeslagen in een bos bij de beek de Dommel, net buiten de stad. Er staat een bonte verzameling van gekleurde tentjes, met bij de ingang een grijze partytent. Daarin ligt een matras dat dient als bank, en er staan een aantal stoelen, een tafel en een kast. Hier en daar lopen paadjes tussen de brandnetels door richting een tent of naar de beek. Een wc-rol op een boomstam verraadt dat in die richting de behoefte wordt gedaan.
Het is hier nooit saai
Pepo is een dakloze MOE-lander, iemand die uit Midden- of Oost-Europa komt. Net als veel andere bewoners van het kampje is hij als arbeidsmigrant naar het westen getrokken, op zoek naar een beter bestaan. Na een ongeluk tijdens zijn werk in Duitsland is hij met een omweg in 2014 in Nederland beland. Sindsdien leeft hij op straat.
“Het is hier nooit saai”, zegt de Bulgaar met in zijn ene hand een kopje oploskoffie en in zijn andere hand een jointje. Hij is inmiddels gewend aan het leven in een tentje en waardeert zijn vrijheid. “Hou het simpel, hou het dicht bij jezelf”, is zijn motto. Pepo verdient wat geld als straatmuzikant en kan in de stad als dagbesteding fietsen repareren, zijn grote passie. “Ik heb nergens meer fietsen gezien dan hier”, zegt hij in gebroken Engels.
Het aantal dakloze arbeidsmigranten neemt toe in Nederland. Dat blijkt uit een rapport van het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving (Ivo) en de Stichting Barka, uitgevoerd in opdracht van drie ministeries en zes gemeenten. Zij onderzochten Midden- en Oost-Europese werknemers in kwetsbare posities.
Het nieuwe onderzoek verschijnt deze donderdag, toevallig de dag waarop Lily Hendriks, de vertegenwoordiger van het groepje daklozen aan de Dommel, in de rechtbank in Den Bosch strijdt voor het bestaansrecht van haar tentenkamp in Eindhoven. Daarover later meer.
De Poolse Daria Mlynarek (41) uit Bydgoszcz, controleert de was voor haar tent.
Dakloos door de pandemie
Daria Mlynarek (41) is geboren in Polen. Ze heeft veel minder ervaring dan Pepo met het bestaan als dakloze. Lang ging het haar voor de wind. Ze woonde een kleine twintig jaar in Nederland en werkte in keukens of achter de bar.
Daria spreekt verreweg het beste Nederlands van de dakloze MOE-landers die op het tentenkampje leven. Ze weet bijna niet beter. Maar het uitbreken van de corona-pandemie bleek voor haar een ramp: ze verloor haar baan. Daria keerde tijdelijk terug naar Polen, maar daar had ze geen plek om te leven en kreeg ze slechts 12 euro voor een dag werken.
Ik ben een straatvogel, ik reis van boom naar struik en weer terug
Eenmaal weer in Nederland verliest Daria haar werk en raakt met haar vriend Michaël dakloos. Michaël heeft geen papieren. Bij het uitzendbureau waar hij voor werkte, stond hij nooit geregistreerd in Nederland. Zonder geld of telefoons reizen de twee naar Eindhoven, omdat ze horen dat hulp overdag gratis is. Ze slapen in een parkeergarage. Daar leren ze Lily Hendriks kennen, die zelf dakloos was en het wereldje op straat in Eindhoven goed kent. Zij helpt het stel aan een tent bij de Dommel.
Het verhaal van Daria had zo uit het rapport van het Ivo en Stichting Barka kunnen komen. Na gedoe met een uitzendbureau je werk en je woning kwijtraken, gebrek aan de juiste papieren en zo van de regen in de drup raken – het overkomt veel arbeidsmigranten. De onderzoekers van het Ivo en Stichting Barka concluderen in hun rapport dat EU-werknemers (het volgens hen minder stigmatiserende woord voor arbeidsmigranten) een verhoogd risico lopen op dakloosheid.
Bekende dakloze
Lily Hendriks heet eigenlijk Lilian, maar iedereen noemt haar Lily. Ze is misschien wel de bekendste dakloze in Eindhoven, hoewel ze stiekem ook een kleine woning heeft. Als het even kan, slaapt ze in het tentenkampje bij de Dommel. Dat heeft ze zelf uit de grond gestampt.
Lily ziet zichzelf ook als de grootmoeder van het kamp, omdat ze iedereen helpt. “Ik weet hoe het is om hulp te krijgen, dat kreeg ik ook toen ik tien jaar geleden moest afkicken. Ik ben een straatvogel, ik reis van boom naar struik en weer terug.”
Hoe eenvoudig ook, het tentenkampje is Lily’s heiligdom. Ze ruimt het kamp regelmatig op en heeft zelfs bloemen en kruiden geplant, om de gemeente te laten zien dat ze de plek onderhoudt. Er scharrelen kippen in een vierkantje van gaas en er zijn meer huisdieren: de witte bulldog Lava en gekleurde vissen in een vierkant aquarium. “Dieren geven je liefde en oordelen niet. Ze zijn heel belangrijk”, zegt Lily.
MOE-landers worden vanuit de winteropvang in alle vroegte de straat opgestuurd. Sommige van hen verkeren in psychische nood.
Gebrek aan ondersteuning
Arbeidsmigranten die dak- of thuisloos zijn geraakt, hebben vaak onder slechte omstandigheden gewerkt tegen een laag salaris. Ze hebben zwaar werk gedaan en durfden zich niet ziek te melden uit angst voor represailles.
Ondertussen ontbreekt het hier aan een sociaal netwerk of vangnet waardoor deze mensen op zichzelf aangewezen zijn. Toegankelijke en tijdige zorg en ondersteuning is, juist voor deze groep, cruciaal, concluderen de deskundigen van het Ivo en Stichting Barka in het nieuwe rapport.
Lily is een van de enige Nederlanders tussen de tenten aan de Dommel. Net als in veel andere steden neemt het aantal MOE-landers onder daklozen in Eindhoven toe. Ze leven zichtbaar op straat, omdat ze niet de opvang krijgen die Nederlandse daklozen wel ontvangen.
Ook in Eindhoven blijft de deur van de maatschappelijke opvang voor hen dicht tussen vijf uur ’s middags en negen uur ’s ochtends. Nederlandse daklozen en mensen die kunnen bewijzen dat ze hier vijf jaar hebben gewerkt en gewoond, krijgen wel iedere nacht de kans om op een bed te slapen.
Niet naar de arts
Bij medische zorg staan arbeidsmigranten die dakloos zijn geraakt soms ook voor een gesloten deur. Zonder werk zijn ze niet verzekerd, als ze al verzekerd waren. Men is bang voor hoge kosten en weet niet dat er bij de gemeente geldpotjes zijn voor ziekenhuiszorg.
Dat blijkt ook op het kampje bij de Dommel in Eindhoven. De Poolse Darek bijvoorbeeld loopt al weken met een opgezwollen en rood been. Maar hij is niet verzekerd en hulp zoeken vinden hij en zijn partner lastig. En dat terwijl ze al wel vijf jaar in Nederland hebben gewerkt, onder meer bij een bakkersbedrijf in Bunschoten en een kipfabriek in Meppel.
Een andere Pool, Mariusz, slaapt net een week in een tentje. Bij een ongeluk in een papierfabriek viel een rol van driehonderd kilo op zijn voet, vertelt hij. Omdat hij medische hulp zocht, kon hij niet werken. Gevolg: ontslag. Ook hij mist zijn documenten. Mariusz vist een groezelig papier van de politie uit zijn broekzak: een aangifte van diefstal van zijn portemonnee. Nu moet hij naar de Poolse ambassade in Den Haag.
Even later spelen Darek, Mariusz en enkele andere bewoners poker. Niet iedereen wil in de krant of op de foto, uit angst voor een negatieve uitwerking op bijvoorbeeld hun baankansen. Inleg voor het kaartspel is er niet. Hoewel het nog geen middag is, komt het bier al tevoorschijn.
Dakloze Lily en Pepo ontwaken in hun tent. Vooral in de wintermaanden is het opletten dat men ’s nachts niet wordt overvallen door de vrieskou.
Duwtje in de goede richting
Wie de omstandigheden op het tentenkampje van een afstand bekijkt, begrijp dat het risico op afglijden aanzienlijk is. Het ruikt er naar ongewassen mensen en alcohol, en hoewel Lily haar best doet om op te ruimen slingeren er lege verpakkingen en blikjes rond. Een ronde plek met as op de bodem is een aandenken van brand die op het kampje werd gesticht toen er ruzie was ontstaan. Met de dag verliezen de bewoners perspectief op nieuw werk of een woning. Ondertussen worden ’s ochtends middelen genuttigd, zoals alcohol en softdrugs.
De in Polen geboren Kasia Dojka is een echte aanpakker. Ze is hulpverlener bij de van origine Poolse Stichting Barka, afdeling Eindhoven, en heeft net drie uur lang inloopspreekuur gehad. “Dakloze migranten hebben geen medelijden nodig, maar actie. Ik ga niet zitten huilen met iemand die op straat is beland. Nee, we pakken samen de draad op”, zegt Dojka
Ze is bekend met het tentenkampje aan de Dommel en kent veel van de bewoners. Hun samenstelling wisselt, omdat mensen komen en gaan. Sommigen vinden met behulp van Barka nieuw werk, anderen keren terug naar hun geboorteland.
“Mensen zijn vrij en zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die ze maken. Maar als ze hulp zoeken kunnen wij ze een duw in de rug geven om hun situatie te veranderen”, zegt Dojka. Bij Barka werken onder meer ervaringsdeskundigen die zelf op straat hebben geleefd en dus weten welke behoeften er zijn.
Afkicken
Ondertussen speelt verslaving sommige arbeidsmigranten parten. Uit het onderzoek dat donderdag verschijnt, blijkt dat middelengebruik en verslaving grote risicofactoren zijn om dakloos te raken. Verslaving kan tot baanverlies leiden en het vinden van nieuw werk en huisvesting sterk bemoeilijken.
“De kern van het probleem van sommige bewoners van het tentenkamp bij de Dommel is niet werkloosheid maar drank, zij hebben dus hulp nodig om af te kicken”, zegt Dojka. De hulpverlener benadrukt dat echt niet iedere dakloze migrant verslaafd is, maar drankgebruik komt ze wel vaak tegen. “Hoe langer mensen op straat of in de bosjes leven, hoe vaker alcohol een probleem is.”
Door de coronacrisis is dakloosheid onder arbeidsmigranten meer aan de oppervlakte gekomen, zegt Dojka. Alle daklozen hadden namelijk recht op opvang vanwege het rondwarende virus, en zo nam het aantal mensen dat hulp zocht opeens toe. “Wij hebben sindsdien zo’n 20 procent meer mensen in beeld, allemaal migranten die geen sociale rechten hebben.”
En niet iedereen wil terug naar hun geboorteland, weet Dojka. “Soms hebben mensen geen familie of een plek of er is schaamte om zonder succes terug te keren. Daarom hebben we in Polen bijvoorbeeld woongemeenschappen waar dakloze migranten geholpen worden. Onze ervaringsdeskundigen komen daar ook weer vandaan.”
Flink gestegen
Hoeveel dak- en thuisloze arbeidsmigranten in Nederland leven, weet niemand. Dat komt doordat een aanzienlijk deel van de naar schatting 464.700 werknemers uit Midden- en Oost-Europa (Centraal Bureau voor de Statistiek) niet geregistreerd is in de Nederlandse Basisregistratie Personen (BRP). Het totale aantal dakloze EU-werknemers in Nederland wordt op 2500 tot 3000 geschat.
In Eindhoven is het aantal arbeidsmigranten dat hulp zoekt de afgelopen jaren fors gegroeid, bevestigt Thijs Eradus. Hij is algemeen directeur van Springplank, de organisatie die in de Brabantse stad verantwoordelijk is voor maatschappelijke opvang. Springplank heeft inlooplocaties, spreekuren en biedt dag-, nacht-, winter- en noodopvang.
“Voorheen hadden we tijdens de vorst, als iedereen recht heeft op een slaapplek, aan één locatie genoeg voor de ongeveer twintig buitenslapers in onze stad. Tijdens de pandemie moesten we tachtig personen herbergen”, zegt Eradus. Die zestig extra dak- en thuislozen komen voornamelijk uit MOE-landen.
Eradus noemt het een triest probleem. “Hoe wij met arbeidsmigranten omgaan, noem ik mensenhandel binnen Europa. Daarvan zijn wij bij de opvang het afvalputje.” De directeur vindt het hoog tijd voor landelijk beleid. “Je kunt niet meer wegkijken van het probleem met dakloze arbeidsmigranten. Die mensen blijven komen, ook als we ze nog zo weinig hulp aanbieden. En dan neemt de overlast van bijvoorbeeld tentenkampjes alleen maar toe.”
Een groep dakloze MOE-landers wordt gedoogd aan de rand van de TU/e Campus in de binnenstad.
Rechtszaak
Maarten van Ooijen (ChristenUnie) is sinds januari staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hij werkt aan een plan om dakloosheid aan te pakken en stuurde begin deze maand een update naar de Kamer. Daarin gaat Van Ooijen ook kort in op de situatie van arbeidsmigranten.
De insteek van Van Ooijen is dat er op centrale plekken in regio’s met veel arbeidsmigranten een ‘basisaanbod’ ontstaat voor deze groep, zodat dakloosheid wordt voorkomen. De uitwerking van de plannen is echter nog gaande.
Ondertussen zitten de daklozen in het tentenkamp bij de Dommel met een probleem. Op 28 maart verscheen er een document aan een boom. Afzender: de afdeling Handhaving van de gemeente Eindhoven. Het door een boa aangetroffen ‘recreatieve verblijf’ in het bos is onwettig en dus dient iedereen met alle spullen te vertrekken, schrijft de dienst namens burgemeester en wethouders van Eindhoven.
Beheerder Lily peinsde er niet over, zegt ze. Na een periode van radiostilte, afgezien van bezoekjes van handhaving en de politie, verschijnt eind mei een langere brief, ook bevestigd aan de boom. In verband met overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening moet het verboden kampeerterrein binnen 48 uur worden ontruimd, anders dreigt er een dwangmaatregel.
Verweerbrief
Volgens de gemeente heeft het tentenkamp een aanzuigende werking. Ook constateert Eindhoven dat er meldingen zijn binnengekomen over geluidsoverlast, verwardheid, drugsgebruik en een mogelijke overdosis met de dood tot gevolg, brandstichting, niet kunnen tonen van ID-bewijs, het doen van behoeftes in de natuur en het achterlaten van rommel.
Het zijn incidenten, zegt Lily, die benadrukt dat ze ook hulp krijgen van voorbijgangers en omwonenden. Ze weigert nog altijd om te vertrekken. Dit keer schrijft ze een verweerbrief waarin ze de situatie van de bewoners in het kampje uitlegt. Lily hoopt dat de gemeente wil helpen met het vinden van een stukje grond om het kampje naartoe te verplaatsen.
Wethouder zorg en welzijn Renate Richters (GroenLinks) gaat in Eindhoven over de opvang van daklozen en specifiek de hulp aan dakloze arbeidsmigranten. Ze wil niet persoonlijk reageren op de zaak rond het tentenkampje, maar laat schriftelijk weten dat in Eindhoven om uiteenlopende redenen niet zomaar een kamp kan worden opgeslagen.
Wel ‘hoopt’ de gemeente dat de mensen in het tentenkampje elders onderdak vinden, hier of in hun geboorteland, bijvoorbeeld met ondersteuning van de stichting Barka. Verder kan Eindhoven niet veel voor deze mensen betekenen.
Tweederangs burgers
Los van de kwestie rond het tentenkampje stelt wethouder Richters dat ze hulp nodig heeft uit Den Haag om iets te doen aan de situatie van dakloze arbeidsmigranten. Ze verwijst naar een rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, dat onder leiding van Emile Roemer twee jaar geleden met een advies aan de Tweede Kamer kwam.
Roemer stelde vast dat arbeidsmigranten als tweederangsburgers worden behandeld. Dat begint vaak doordat ze werken via een uitzendbureau, een branche waarin wildgroei is ontstaan en waar volgens Roemer de bezem doorheen moet. Ook moet er een einde komen aan de koppeling tussen wonen en werken, die ervoor zorgt dat als een arbeidsmigrant direct op straat staat als diegene zijn baan verliest, stelt Roemer.
De werkelijkheid is echter weerbarstig. Zo laat een certificaat voor uitzendbureaus om uitbuiting tegen te gaan nog op zich wachten, meldde minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) begin deze maand.
Een plek nodig
Kortetermijnoplossingen zijn er niet. Al helemaal niet voor de daklozen in Eindhoven. Omdat Lily een voorlopige voorziening heeft aangevraagd, dient donderdag in Den Bosch de rechtszaak tussen de bewoners van het kampje, vertegenwoordigd door Lily, en de gemeente.
Lily vindt het vernederend dat het zo ver moet komen en mist vertrouwen van de gemeente. “Deze MOE-landers kunnen nergens heen, omdat ze nauwelijks worden geholpen. En nu wordt zonder pardon hun eerste levensbehoefte van ze afgepakt”, zegt de ervaren dakloze. De tot dan toe rustige en gemoedelijke vrouw wordt langzaam een beetje pissig. “Dit is het rondpompen van mensen door de gemeente met alle stress die daarbij komt kijken. Met als gevolg dat sommige daklozen alleen maar verder afglijden.”
Mensen zoals Pepo, Daria, Michaël, Darek, Mariusz en alle andere dakloze MOE-landers hebben een plek nodig, besluit Lily. “En liefde.”
De totstandkoming van het fotoproject MOE-landers, werd mede mogelijk gemaakt door steun van het NVF-fonds.
Volg ons:
© 2022 de Persgroep Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden
Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken