Selecteer een pagina

De Illegale Trouw

Hier kunt u alle landelijk verspreide edities van Trouw lezen die tijdens de Tweede Wereldoorlog illegaal werden gedrukt en verspreid. Deze site is totstandgekomen op initiatief en met steun van de Stichting ter bevordering van de Christelijke Pers in Nederland.

 

site Joris Belgers & Charlot Verlouw

Hier kunt u alle landelijk verspreide edities van Trouw lezen die tijdens de Tweede Wereldoorlog illegaal werden gedrukt en verspreid. Deze site is totstandgekomen op initiatief en met steun van de Stichting ter bevordering van de Christelijke Pers in Nederland.

site Joris Belgers & Charlot Verlouw

Eindelijk dan heeft de met spanning verwachte blijde gebeurtenis zich voltrokken. Wel was het stiller dan in andere jaren. De torenklokken zwegen…

Jaargang 1943

…dat er kranten zijn, die nu reeds een reeks artikelen gereed hebben liggen over terreurdaden door Duitschers en N.S.B.’ers gepleegd…

Jaargang 1944

We zijn vrij. Waar we om gebeden hebben, waar we voor gestreden hebben, waar we aan gewanhoopt hebben maar waar we door alle duisternis en ellende heen toch steeds aan geloofd hebben – is werkelijkheid geworden!

Jaargang 1945

Geschiedenis Trouw
De eerste verzetskranten 
Al vanaf mei 1940 werden er in Nederland ondergrondse kranten uitgebracht. Een van de bekendste is het Geuzenbericht, gemaakt door de Amsterdammer Bernard IJzerdraat. Een vrije, onafhankelijke pers was sinds de eerste oorlogsmaand al niet meer mogelijk. Toen had de bezetter de radio en het Algemeen Nederlands Persbureau onder controle gebracht. Kranten mochten alleen berichten publiceren die niet tegen Duitsland waren gericht. De vrije pers werd onmogelijk gemaakt, kranten die deden wat de bezetter voorschreef mochten doorgaan, andere kranten werden – de een na de ander- verboden.

Naarmate de oorlog langer duurde werd de ondergrondse pers steeds belangrijker. In het begin waren het vooral socialisten en communisten die de drukpers gebruikten als middel om de mensen voor te lichten en aan te sporen tot verzet. De Waarheid en Het Parool zijn daarvan bekende voorbeelden. Later kwamen er steeds meer bladen uit christelijke hoek. Trouw was daarvan het grootste blad.Een blad dat nauw met de geschiedenis van Trouw verbonden is, was Vrij Nederland. Wim Speelman, een van de oprichters van Trouw, werkte de eerste twee oorlogsjaren voor Vrij Nederland. Dit blad is voor het eerst verschenen op 31 augustus 1940, de verjaardag van koningin Wilhelmina, die toen in Londen verbleef. ‘Nederland voor Oranje’ luidde de kop van het eerste nummer. De gewone kranten, zo stond er verder op die eerste pagina, geven alleen nog maar propaganda van het ‘leugen-ministerie’ van de Duitse overweldiger. Daarom is er een krant nodig, die nog wel weet tegen welke vijand we strijden. Een krant die niet ‘vergiftigd’ is, maar die de waarheid vertelt. Vrij Nederland is opgericht door een stel protestants-christelijke jongeren, geen van allen ouder dan 20 jaar. Vrij Nederland heeft veel tegenslagen gehad en verliezen geleden. Al in het voorjaar van 1941 werd de eerste organisatie van het blad opgerold. Later volgden nieuwe arrestaties en in totaal zijn 74 medewerkers van Vrij Nederland omgekomen.

Trouw wordt geboren
Ook binnen de groep van Vrij Nederland ontstonden meningsverschillen. Langzamerhand begonnen sommige medewerkers het blad te links te vinden. Ook op organisatorisch gebied ontstonden spanningen. Mede daarom besloten enkele medewerkers tenslotte een eigen blad op te richten. Zo ontstond Trouw. Het eerste nummer van Trouw is nooit verschenen. Of eigenlijk is het wel verschenen, maar dan onder een andere naam: Oranje-bode. Toen namelijk bekend werd dat op 19 januari 1943 een prinses geboren was (Margriet), gaven de net uit de gevangenis ontsnapte Wim Speelman en enkele van zijn kameraden kort daarna in Meppel de Oranje-bode uit. Op de voorpagina stonden foto’s van prinses Juliana en prins Bernhard. Daarnaast de tekst:’Holland groeit weer, Holland bloeit weer’. En daaronder:

‘Ja zij zullen
Zich vervullen
Deze tijden van geluk
Dees ellenden
Gaan volenden
En, verpletterd wordt het juk’

Die laatste regels zouden ook latere nummers van Trouw sieren. Een van de mensen die een artikel voor de Oranje-bode hadden geschreven was mevrouw Gesina van der Molen. Zij had eerder meegewerkt aan Vrij Nederland, maar net als Speelman had zij nu gekozen voor een eigen blad. 

Definitief werd tot op de oprichting van Trouw besloten op een bijeenkomst in Aerdenhout op 30 januari 1943. Behalve mevrouw Gesina van der Molen waren daarbij aanwezig Jan Schouten (de leider van de verboden Anti-Revolutionaire Partij), de journalist E. van Ruller en dr. J.A.H.J.S. Bruins Slot. Deze laatste was burgemeester van Adorp geweest, maar hij was afgetreden omdat hij weigerde de bevelen van de Duitse bezetter uit te voeren. Hij werd een van de leidende figuren binnen de anti-revolutionaire partij. Na de oorlog was hij lange tijd fractieleider van deze partij in de Tweede Kamer. Tot 1971 was hij hoofdredacteur van het na de oorlog bovengronds gekomen Trouw. Ruim twee weken na de oprichtingsvergadering, op 16 februari 1943, verscheen het ’tweede’ nummer van Trouw. Ter verklaring van de nummering schreef de redactie: ‘Als eerste nummer van dit blad verscheen de ‘Oranje-bode’, die speciaal gewijd was aan de geboorte van onze jongste prinses. Daarom is dit no.2′. Jan Schouten legde de lezers uit waarom de naam Trouw was gekozen. De redactie wilde trouw zijn aan het geloof in God, trouw aan de waarheid, het vaderland, de Nederlandse regering en de koningin, trouw in het doen van haar plicht.

Trouw heeft veel tegenslagen meegemaakt. Verschillende malen zijn medewerkers gearresteerd. Veel medewerkers hebben voor kortere of langere tijd gevangen gezeten. In totaal hebben 20 mensen met hun leven betaald voor dit verzetswerk. De Trouw in de oorlog was een krant, maar dan moet je niet denken aan de kranten die we nu kennen. Leuke rubrieken, strips, sport of advertenties vind je er niet in. Het was een serieuze krant die vocht voor een serieuze zaak. Op klein formaat en niet meer dan enkele pagina’s dik. Maar wat er in stond werd door de mensen letter voor letter gespeld. En daarna doorgegeven aan een vertrouwd iemand of in de kachel verbrand.

Wat kan je doen?

De redactie schreef ook uitvoerig over de manier waarop je verzet moest plegen. Mocht je liegen om eigen bestwil? Natuurlijk. Mocht je overvallen plegen op kantoren waar distributiekaarten lagen? Ja, dat mocht, als je die kaarten nodig had om onderduikers levend te houden. Het kon zelfs nodig zijn om mensen te doden, maar je mocht je nooit schuldig maken aan diefstal of doodslag die geen hoger doel diende. Er stonden natuurlijk ook nieuwsberichten in de krant. Vaak was dat nieuws opgevangen via de radio of doorgegeven door spionnen. Soms kleine, maar gruwelijke berichten, zoals in het nummer van oktober 1943 over de razzia in de nacht van 28 september waarbij duizenden Joden waren opgepakt. Soms groot opgemaakte berichten,feestelijk van toon, zoals het nieuws over de landing van het invasieleger van de geallieerde troepen op 6 juni 1944 in Normandië. Toen dacht iedereen dat de oorlog spoedig afgelopen zou zijn. Een enkele maal stelde de redactie de zaak ook wel eens mooier voor dan het was. Een beetje mocht je de feiten wel verdraaien, als je daardoor mensen kon bemoedigen, zei Van Ruller later. In een klein rubriekje stond vermeld hoeveel giften er binnen waren gekomen voor het werk van de Trouw -organisatie. Want kranten maken kostte geld, veel geld zelfs. Bovendien hield de Trouw -organisatie zich bezig met andere activiteiten, zoals de hulpverlening aan onderduikers.

Trouw was een krant, maar tegelijk meer dan dat. Net als bij andere illegale bladen was de krant een onderdeel van het verzet. De medewerkers waren vaak betrokken bij het verzet van de christelijke scholen, de kerken, de verboden politieke partijen, de onderduikers-organisaties en soms ook de knokploegen. Trouw verscheen landelijk, maar werd op verschillende plaatsen in het land gedrukt. Dat betekende dat de kopij of het loden zetsel over grote afstanden vervoerd moest worden. En wanneer de pakken gedrukte kranten eenmaal klaar waren, moesten ze worden afgegeven op adressen vanwaar ze weer verder verspreid werden. Een lange weg, en op elk punt kon er iets mis gaan. Dat was eind 1943 al gebleken toen de Duitsers een groot aantal medewerkers wisten te arresteren. Toch ging het meestal goed. Per fiets en zelfs per trein werden grote afstanden afgelegd, zonder dat de Duitsers iets in de gaten hadden. Er werden vergaderingen belegd, weekends gehouden, de radio werd afgeluisterd, drukkerijen werkten in het geheim. Honderdduizenden mensen hebben de krant in de loop der jaren onder ogen gehad, zonder dat de bezetter een eind kon maken aan het blad.

Soms scheelde het maar een haar. Zo bijvoorbeeld toen Huib Ottevanger op de fiets met kopij onderweg was van Borger naar Emmen. Het gevaarlijke vrachtje zat verstopt onder zijn kleren. Gelukkig was het rustig op de weg, alleen een boerenkar. Toen de kar passeerde stak de boer zijn hand omhoog. Om te groeten? Maar waarom wees hij dan met zijn duim naar achteren? Was er onraad? Huib fietste door en tuurde de weg de weg af. Hij zag alleen een soort bouwwerk van pakken geperst stro. Ineens doorzag hij de list en liet hij zich met fiets en al in een greppel vallen. Daar verstopte hij zich achter de bosjes. Toen even later twee andere fietsers voorbij kwamen, bleek dat de boer inderdaad een waarschuwing had willen geven. Achter de balen stro vandaan kamen Duitse soldaten tevoorschijn, die de fietsers aanhielden. Huib hield zich schuil, totdat na een poosje een groep mannen kwam aanfietsen die voor de Duitsers graafwerk moesten doen. Toen ze hem passeerden schoot Huib tevoorschijn uit de berm en verschool zich tussen de andere fietsers. Toen ze even later de Duitse hinderlaag passeerden, had geen van de soldaten iets in de gaten. Zo kwam de kopij toch veilig en op tijd bij de drukker. Na de oorlog werd besloten (klik hier voor het bevrijdingsnummer van mei 1945) dat Trouw als dagblad zou blijven verschijnen.

Bron:
Ondergrondse pers (van Trouw tot La Opinion), AO ’83. Door Piet Hagen en Wim Jansen. Uitgave van IVIO Lelystad. Copyright 1983, Trouw B.V.

Andere relevante lectuur:
‘Harde koppen, Rechte lijnen. De lokale en regionale edities van Trouw in oorlogstijd’. Door Peter Bak. Uitgeverij Kok-Kampen 1993.

‘Een Ophitsend Geschrift. De geschiedenis van een illegaal blad’ Door Hille de Vries met medewerking van Henk Biersteker en Ben van Kaam. Uitgeverij Ambo 1986.

‘Een Ophitsend Geschrift in Zeeland’. Door J.P. van Alten, Uitgeverij ADZ (Postbus 140, 4380 AC Vlissingen). ISBN: 90-9015133-8. An extensive summary of the book in English is available.

Links

Websites met veel links over WOII:

Particuliere Websites:

Websites voor jeugd en onderwijs:

  • S-PION: Speurder op het Punt van Informatie over Oorlogseducatie in Nederland, een database die alle beschikbare educatieve materialen over de Tweede Wereldoorlog samenvoegt
  • WO2.nl: De Tweede Wereldoorlog op internet, voor de bovenbouw op de basisschool

Organisaties:

Musea:

 

Colofon

 

De site is gebaseerd op een initiatief bekostigd door
Stichting Christelijke Pers (stichting-trouw@planet.nl), thans offline.

Medewerkers destijds waren Jaap de Berg; oud-hoofdredacteur Trouw en Paul Glasius van Stichting Het Parool (www.stichtinghetparool.nl);
Verzetsmuseum Amsterdam (www.verzetsmuseum.org) Stadsdrukkerij Amsterdam.

Site: Joris Belgers, Charlot Verlouw (internetredactie Trouw)

Meer informatie:
Trouw
Postbus 859
1000 AW Amsterdam
internet@trouw.nl

Het digitaal kopiëren van de bestanden op deze site is in strijd met het auteursrecht. Ook het in uw eigen site tonen van de pagina’s zelf, zonder de gehele Trouw-site te tonen is illegaal. Wel mag u op uw site een link aanbrengen naar deze site of een link naar een specifieke pagina daarvan, mits deze in de gehele Trouw-site te zien is.
Aan een zoekfunctie wordt nog gewerkt. Tot die tijd kunt u ook de oude verzetskranten doorzoeken op https://www.delpher.nl/.

 

 

Vragen?

  • V: Mag ik de oorlogskranten herpubliceren?
    A: Ja, maar dit mag alleen op papier, mits u de bron (www.trouw.nl/illegaletrouw) vermeldt. U mag digitaal deze site niet overnemen of op een eigen website plaatsen. Wel kunt u natuurlijk wel gewoon een link naar de site plaatsen.
  • V: Ik heb nog edities van de illegale Trouw, wat doe ik ermee?
    A: Zoals u op deze site kunt zien, beschikken we over alle landelijke edities van Trouw tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor ons archief ontvangen wij echter graag lokale en regionale edities van Trouw. Daarnaast zijn onze uitgaven van het weekblad Trouw, dat werd uitgegeven in de eerste vijf naoorlogse jaren, verloren gegaan. Ook daar ontvangen wij graag exemplaren van. U kunt altijd via internet@trouw.nl contact met ons opnemen. Exemplaren kunt ook sturen naar Postbus 859, 1000AW, Amsterdam.
  • V: Ik heb een specifieke vraag over een gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog
    A: Helaas kunnen we u daar niet bij helpen. U kunt proberen het antwoord te vinden op een van de vele websites hierover, kijk hiervoor ook in bovenstaandje uitklapmenu’tje ‘Links’. Vragen over Trouw-medewerkers toen en nu, kunnen wij wellicht wel beantwoorden. Mailt u daarvoor met: internet@trouw.nl.
  • V: Wie zitten er achter deze website?
    A: Een eerdere versie van deze  site is totstandgekomen op initiatief en met steun van de Stichting ter bevordering van de Christelijke Pers in Nederland. Meer informatie over de stichting vindt u op haar website. Deze website is samengesteld door de internetredactie van Trouw.