De yep van tegenwoordig
tekst Hans Marijnissen en Marten van de Wier fotografie Roos Pierson
Een korte samenvatting: de Yep in vijf minuten
Wat voor een Yep bent u?
Een nieuwe naam voor de Yep
Het huidige vocabulaire doet de ‘jongere oudere’ ernstig tekort. Trouw bedacht het woord ‘yep’, maar een alternatief was meer dan welkom. Meer dan duizend inzendingen kregen we op de vraag: Hoe moeten we de yep dan noemen? Lees hier het resultaat.
Beluister de podcast
Cursus leefplezier
De cursus leefplezier
Hoe houden Young Elderly Persons hun leven vitaal en zinvol? In een zesdelige cursus leefplezier geven we antwoord op die vraag.
Zorg
Zorg moeten yeps steeds vaker zelf regelen. In ‘zorgzaam dorp’ Austerlitz doen ze niets liever, daar regelen ze de thuiszorg zelf wel.
Wonen
Met het zoeken naar een woning voor later kun je niet vroeg genoeg beginnen. Rabia Azaay woont in een woongroep. ‘Het is hier géén bejaardentehuis!’
Werken
Gewoon doorwerken helpt, betaald of onbetaald. Als je daar maar vrijwillig voor kiest. Hennie werkt door, als taxichauffeur.
Geld
Yeps geven hun geld graag uit aan leuke dingen voor zichzelf, zoals reizen – al schiet er straks vast nog wat over voor zorg, of voor de kinderen. Toch?
Netwerk
Vriendschappen zijn van levensbelang, letterlijk. De kunst is om ze te maken terwijl je nog gezond bent. Daar hebben Jos en Pieter geen problemen mee.
Zingeving
Hoe houd je het leven zinvol na je pensioen? Blader niet terug in het levensboek, maar schrijf vooral verder, zegt André van Leijenhorst.
De vraag is niet wat je op je oude dag gaat doen, maar wie je dan bent
Is de term die Trouw bedacht voor de frisse oudere, yep, een goed idee? Frits de Lange, zelf bijna zo’n young elderly person, gaat op zoek naar wat beters. Iets met ‘wijsheid’.
Yep’s hoeven niks, maar ze kúnnen zo veel, zegt Jet Bussemaker
Jet Bussemaker presenteert binnenkort een advies over het toenemende aantal yeps. De nadruk ligt op het kúnnen, niet op het moeten.
Probeer er toe te doen, ook al bent u met pensioen
Probeer er toe te doen, ook al bent u met pensioen
Ze zijn met pensioen, maar nog fit en vitaal: young elderly persons (yeps). Met hun toekomst houden ze zich amper bezig en dat zouden ze wel moeten doen, vindt hoogleraar Nardi Steverink. Haar advies: kies niet voor louter genieten.
Het geheim van een mooie oude dag zit ’m wat Steverink betreft in het gevoel nuttig te blijven, in een zinvol bestaan, ertoe doen, ook al ben je met pensioen. Nou kunnen we niet allemaal in de voetsporen van Dench treden. Toch blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Trouw dat veel Nederlanders met pensioen niet op een Zwitserlevengevoel zitten te wachten. Ze willen een zinvolle bijdrage aan de samenleving leveren, op wat voor manier dan ook.
“Ik vind het opvallend én belangrijk dat weliswaar zes op de tien ouderen eerder willen stoppen met werken”, zegt Steverink, “maar dat ook zeven op de tien mensen aangeven maatschappelijk actief te willen blijven.” Die houding leidt volgens haar tot een betere kwaliteit van leven en stelt afhankelijkheid uit.
De periode tussen ons pensioen en het moment dat we afhankelijk worden van zorg, is door de jaren heen zo spectaculair verlengd dat de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), een adviesorgaan voor het kabinet, spreekt over een extra derde levensfase. Daarin zijn we gemiddeld gezonder, rijker en hoger opgeleid dan vroeger. De raad bakent de groep van vitale ouderen af met een harde ondergrens (het pensioen), en een zachte bovengrens (het moment dat iemand zorgafhankelijk wordt).
Deze young elderly persons (yeps), zoals Trouw deze groep heeft gedoopt, zijn te vergelijken met het cohort 65- tot 80-jarigen dat het Centraal Bureau voor de Statistiek aanhoudt. Daar hebben we er in Nederland 2,4 miljoen van, zo’n 14 procent van de bevolking. Die groep is sinds 1950 verdubbeld. En die groei zet door. Rond 2050 zullen er in ons land voor het eerst meer ouderen (50-plus) dan jongeren zijn.
Kort gezegd, de yeps die morgen met pensioen gaan, mogen dan met een Zwitserlevengevoel in de camper willen stappen, als zij over vijftien of twintig jaar hulpbehoevend worden, is er niemand die voor hen zorgt. Nu al is het adagium van de overheid: woon thuis zo lang het kan. Dat zal in 2040 alleen maar indringender klinken.
Bovendien is iedere nieuwe generatie ouderen hoger opgeleid dan de generatie ervoor. De voorspelling is dat in 2040 ongeveer 32 procent van de yeps hoger opgeleid is en in 2060 zelfs 45 procent, tegen 21 procent nu.
Hoger opgeleiden zijn gezonder en leven langer, waardoor de derde levensfase nog meer uitdijt. Ook zijn ze maatschappelijk actiever. Bijna 60 procent doet aan vrijwilligerswerk, tegenover 38 procent van mensen met een lage opleiding. Die groeiende activiteit zal een belangrijke rol spelen in wat hoogleraar Steverink steevast de zelfmanagementvaardigheden van burgers noemt. Yeps zijn volgens haar heel goed in staat om voor zichzelf én anderen te zorgen. Ze moeten wel.
Met het oog op de toekomst kunnen mensen die met pensioen gaan of dat al zijn twee zaken zelf aanpakken, zegt ze. Zorg dat je als yep een actief, creatief en zinvol leven leidt. Eenzaam achter de geraniums zitten, is net zo slecht als roken. Het scheelt acht jaar op een leven. Door dóór te leven, ook als werken niet meer verplicht is, schuift de leeftijd waarop we van zorg afhankelijk raken naar achteren. Gemiddeld dan: we kunnen natuurlijk allemaal een ernstige ziekte krijgen.
Daarnaast kunnen yeps anticiperen op de tijd die (hopelijk voorlopig nog niet) komen gaat. Ze kunnen de regie nemen door een goed netwerk van kennissen en vrienden op te bouwen. Of door te zoeken naar een levensloopbestendige woning in een omgeving met de juiste voorzieningen, met andere ouderen, of juist met jongeren. Voor yeps zonder eigen woning zullen corporaties die taak op zich moeten nemen.
Ger Fransen, 1944, Oploo
Hij heeft een verschrikkelijke hekel aan het woord uitdagingen, maar het leven van Ger Fransen zit er toch vol mee. Het fijnste van zijn pensionering, vindt de voormalig docent economie, is de rust in de ochtend, wanneer hij met een kop koffie de héle krant kan uitlezen.
Daarna begint zijn dag pas echt. Fransen is vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, naast docent, ook kunsthandelaar. Hij verzamelde eerst wat schilderijtjes en kwam erachter dat hij kijk op kunst had en met ruilen aan meer en beter materiaal kon komen. Die carrière heeft hij na zijn pensioen geïntensiveerd. Zijn hele benedenetage staat inmiddels vol.
Maar daar kwam wel iets bij. Je zou kunnen zeggen dat Fransen zich inzet voor de samenleving, maar daar wil hij zelf niets van weten.
“Ik vind het leuk om iets voor andere mensen te doen en om nieuwe mensen te leren kennen, nieuwe verhalen te horen.”
Daarom leest hij voor aan kinderen met een taalachterstand, is hij voetbaltrainer geworden, begeleidt hij een ex-gedetineerde en binnenkort wordt hij mentor van iemand met een aangeboren handicap.
“Ik had laatst een reünie van oud-collega’s. Die vertelden dat zij na hun pensioen altijd op reis zijn. Dat is het enige waarover ze nog kunnen praten. Wat is, letterlijk, de zin daarvan?
“Ik vind dat ik zinvollere dingen doe, die mij nog steeds enorm verrijken. Maar vooral: die dingen bezorgen mij meer voldoening en plezier dan een reis ver weg.”
En dan heeft Steverink het nog niet over de kloof tussen hoog- en laagbetaalden. Laagbetaalden maken zich veel meer zorgen over de tijd die komen gaat en de helft van de mensen met een minimum inkomen zegt dat het leven niet meer hoeft op het moment dat zij afhankelijk worden. “Dit onderzoek toont aan dat die kloof verdiept. Ouderen gaan een onzekere tijd tegemoet. Als je minder geld hebt, betekent dat ook dat je minder zelfredzaam bent. Zelfs sociale activiteiten kosten geld.”
Rijkere ouderen hebben, naast een dikkere portemonnee, vaak meer contacten en interesses, zegt Steverink. Op alle gebieden hebben zij een breder en rijker leven. “Armere mensen zijn al beperkt in hun mogelijkheden en als ze dan ook nog afhankelijk worden zeggen ze: voor mij hoeft het niet meer. Zo moeten we dit antwoord duiden.”
Maar, stelt hij met Steverink, we weten niet hoe we dit cadeau moeten uitpakken. Na de pensioenleeftijd heerst er een beleidsmatige leegte die zorgt dat we de yep-fase vaak ten onrechte problematiseren. “Toch verzet ik me met kracht tegen het misery-perspectief van zwak, ziek en misselijk. En tegen frames als grijze tsunami. Die derde levensfase is juist een bron van talent, van kennis en levenservaring die de samenleving hard nodig heeft.”
Maar dan moet die bron wel aangeboord worden. Volgens Penninx is dat nog een hele opgave. “Vijftigers en zestigers hebben helemaal geen zin om daarover na te denken”, zegt hij. “Zolang zij hun leeftijd ontkennen, zijn ze jong.”
Hij noemt dit het Mick Jagger-effect. Deze groep zit niet te wachten op leefstijladviezen, zoals stoppen met roken en meer bewegen. Penninx trouwens ook niet. “Beleidsmakers kunnen hun boodschap beter ‘via de band spelen’; niet dwingend, maar indirect en positief. Leg nadruk op hun ambities en nodig hen uit voor dingen die ze leuk vinden, die ze goed kunnen, zolang ze er maar blij van worden. Maar wijs niet met het vingertje, dan ben je ze kwijt.”
Guus Weerman haalt graag kunstenaar Paul Citroen aan die ooit zei: ‘De zin van het leven is dat ik er zin in heb’. En zo is het, zegt Guus. “Ik ben niet gelovig, toch heeft dit citaat alles met zingeving te maken. Ik heb me nog nooit zo vrij gevoeld en de kwaliteit van mijn leven is geweldig.”
Hoe word je zo gelukkig? Ooit was ze coach, maar acht jaar geleden ging ze met vervroegd pensioen en vertrok naar het buitenland. Ze wilde van alles, maar brak haar rug. “Ik kon niets meer. Ik lag op bed en was mijn zelfvertrouwen totaal kwijt.”
Ze zat niet bij de pakken neer. Weerman kwam terug naar Nederland, vestigde zich in Zutphen waar ze op een mooie zomerdag in de bijentuin terechtkwam, een strook land die door vrijwilligers wordt ingezaaid. Ze is nu voorzitter van hun vereniging.
“Het klinkt wat pathetisch, maar ik ben opgekrabbeld dankzij de gedachte dat ik, ook al ben ik met pensioen, een bijdrage aan een betere wereld wil leveren. Ons stukje land verbindt een aantal natuurgebieden. Maar de speciale bijenkeet is ook een ontmoetingsplek voor de buurt geworden. En die sociale functie koppelen we weer aan een culturele. In de zomer is er elke week een klapstoelconcert.
“Ik woon hier pas tweeënhalf jaar, maar door de bijentuin heb ik in een heel korte tijd een sociale omgeving weten te creëren waar ik zelf versteld van sta.
Sommige contacten zijn gewoon leuk en gezellig, soms ontstaat er liefde. Maar van eenzaamheid kan hier geen sprake zijn.”
Anders ligt, meent Steverink, ‘hedonistisch gedrag’ op de loer. “Trap als yep niet in de valkuil van het alleen maar genieten”, zegt ze. Ook als je niet meer hoeft, is het goed regelmatig iets te doen wat moet. Je nuttig blijven voelen heeft ook met moeten te maken, net als tandenpoetsen, zegt ze.
Al wil ze beslist niet betuttelen. Iedereen moet zijn eigen keuzes maken, maar hangen is ook voor yeps niet goed. Ze wordt gesteund door de ervaringen van de deelnemers aan het Trouw-onderzoek. Mensen die nog met pensioen moeten gaan, hebben reizen hoog op het wensenlijstje staan. Als ze eenmaal met pensioen zijn, zakt dit verlangen snel. Na een jaar of wat hebben ze het buitenland vanuit de camper wel gezien. En wat dan?
Ook vanuit het perspectief van de overheid en werkgevers is het zonde om een groot deel van de bevolking af te schrijven, vindt Steverink. “Als je kijkt waarom mensen vervroegd met pensioen willen, blijkt de reden niet alleen de versleten rug maar ook het overbelaste hoofd.” Werknemers zijn de druk van onregelmatige diensten zat en kunnen ook de technologische ontwikkelingen niet bijbenen, terwijl ze zich ergeren aan het apenrotsgedrag van jongere collega’s.
“Veel oudere werknemers voelen zich niet meer gewaardeerd en ze missen de autonomie in hun werk. Daar kunnen werkgevers met relatief eenvoudige ingrepen iets aan doen. Als ze functies creëren die flexibel zijn en in deeltijd, in combinatie met een zekere autonomie en een aangepast salaris, blijven waardevolle krachten behouden. Die werknemers zelf houden een zinvol bestaan. Op die manier kan de pensioengrens enorm flexibel worden. Daar heeft iedereen wat aan.”
Hij had een eigen wielerschool, maar stopte toen hij 63 was om voor zijn vrouw te zorgen. René Haantjes was twee jaar lang mantelzorger, toen overleed zij aan kanker.
En daar lag hij, op zijn bed. In het zwarte gat gevallen. “Er is op zo’n moment niemand die aanbelt met de vraag: kom je buiten spelen? Je moet het helemaal zelf doen. Dus ik heb moeten kiezen tussen de fles en de fiets. Ik koos voor de laatste.”
Haantjes stapte op zijn racefiets met bagagetassen en reed zes maanden lang door Europa, in totaal 8000 kilometer. Dat deed hem enorm goed en hield hem weg van de drank. Maar toen hij weer thuiskwam, zat hij in precies dezelfde situatie als waaruit hij vertrokken was. Met één verschil. Hij was door zijn reis sterker geworden.
Via via hoorde hij dat de afdeling archeologie van de gemeente Zutphen nog handen nodig had, dus hij zocht contact. “Of ik een spade kon vasthouden”, was de vraag.” En sindsdien is hij er vaste vrijwilliger.
“Dit is een geweldige hangplek voor senioren. De vijf archeologen zijn echt blij dat ik er ben, begeleiden mij en zijn belangstellend. Ik heb het gevoel dat ik weer ergens bij hoor. Maar ook: ik leer veel. Al gravend kom je in aanraking met onbekende geschiedenis. We hebben dit jaar de fundamenten blootgelegd van een houtzaagmolen uit 1780, en in een diep gat de botten van runderen en paarden ontdekt. Overleden aan de veepest. Hele paardenhoofden heb ik afgestoft. Ver na mijn pensioen zit ik in een geheel nieuwe wereld.”
Nies pleit voor een levenslange leerbeurs die iedere werkende op elk moment kan aangespreken. Want waarom zou een langer leven alleen voor hoger opgeleiden zijn? Een stratenmaker heeft amper gestudeerd, maar die kan zijn beurs inzetten om in zijn latere jaren passender werk te krijgen.
Steverink maakt zich, net als Nies, de meeste zorgen over armere ouderen met minder kansen. Het is in deze neo-liberale tijden misschien geen populaire stelling, maar Steverink concludeert dat het beleid voor deze groep niet werkt. Het kabinet vindt dat informele netwerken de zorg op zich moeten nemen, maar ouderen willen dat vaak niet, áls ze al zo’n netwerk hebben.
De overheid moet in die gevallen een vangnet zijn, vindt ze. “We hebben net alle verzorgingstehuizen afgebroken. Die waren misschien ook niet goed omdat mensen daar als bonbons in het doosje lagen, steeds meer afhankelijk van de zorg die werd aangeboden. Maar een verzorgingstehuis nieuwe stijl, met meer autonomie voor bewoners, kan goed zijn, zeker voor de sociale contacten. En ook als we kijken naar de toename van dementie.”
Maar dan hebben we het al over de laatste, vierde levensfase. Vooralsnog richt Steverink zich op de derde, waarin de energie van actrice Judi Dench rondwaart. Dan moet de yep van tegenwoordig daar wel iets mee doen.
Thea Vodegel, 1949, Makassar, Indonesië
Omdat de fruitoogst vorig jaar zo enorm was en Thea Vodegel te weinig flessen had voor haar zelfgemaakte wijn, heeft ze een kratje naast de glasbak neergezet. Met daarbij het verzoek om de lege wijnflessen voor haar apart te zetten.
“De volgende dag al trof ik een krat vol met lege flessen. Uit één hals stak een briefje. Iemand schreef dat hij wel ‘500 meter wijn’ in de aanbieding had. Ik heb de afzender direct gebeld en hij vertelde dat hij een wijngaard in Grave had geërfd en niet wist wat hij daarmee aanmoest.”
Sindsdien zijn Vodegel en haar man Wim wijnboeren. Ze hebben de kennis bij elkaar gegoogeld, de ranken gekort en weer met palen ondersteund, en dit najaar verwachten ze een eerste, zij het beperkte oogst. Wim zit inmiddels in het bestuur van de Vereniging De Brabantse Wijnbouwers en Thea doet de ledenadministratie.
Al ruim voordat Vodegel in 2011 afscheid nam als hoofd van de ICT-helpdesk van de provincie Noord-Brabant en met pensioen ging, had ze zich voorgenomen vooral nieuwe dingen te blijven leren. “Ik ben bij een koor gegaan, dat niet alleen de populaire liedjes ten gehore brengt, maar ook klassieke stukken. Ik ben een opleiding grafische vormgeving gaan doen en een cursus webdesign. En nu run ik een wijngaard.”
Wat zij iedereen aanraadt: blijf je ontwikkelen, stilstand is achteruitgang. “Dat je zult stoppen met werken weet iedereen, maar bedenk ruim van te voren hóe je dat wil doen.”
Prijsvraag!
Een ander woord voor ‘oud’
We worden als baby geboren, dan worden we peuter, kleuter, tiener, puber. Zodra we volwassen zijn worden we naar kleur ingedeeld: we zijn bakfietsmoeder, laagopgeleide, conservatief, populist. Maar als we de 65 gepasseerd zijn, lijken al die verschillen weer verdwenen en duiden de jongere generaties ons aan met één woord: oud. Of met een eufemistisch alternatief als senior, 65-plusser of ‘grijze kracht’. En dat blijven we dan decennialang, tot onze dood.
Kortom: het huidige vocabulaire doet de ‘jongere oudere’ ernstig tekort. De langere levensverwachting en een nieuwe derde levensfase vragen om nieuwe woorden. Voor dit project heeft de redactie van Trouw de Young Elderly Person (yep) bedacht, maar er moeten nóg mooiere woorden en begrippen zijn die de mensen in deze nieuwe periode kenschetsen. Stuur uw taal-idee naar yep@trouw.nl, en een jury met columniste Nelleke Noordervliet, presentator van radioprogramma De Taalstraat Frits Spits, taaldeskundige Ton den Boon en Pieter Hilhorst van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) beloont in oktober de winnaars.
Geld
Netwerk
Zinvol
Het onderzoek ‘De yep van tegenwoordig’ onder 1866 Nederlanders tussen 55 en 75 jaar werd uitgevoerd door Dinah Timmer en Peter Kanne van I&O Research. Het onderzoek is representatief voor de Nederlandse ouderen. Redacteuren Hans Marijnissen en Marten van der Wier van Trouw interviewden op basis van het onderzoek nog eens vijftig yeps.
Het hele onderzoek van I&O research is hier te vinden.
Volg ons:
Website: Charlot Verlouw. Met dank aan Jan Kruidhof.
© 2019 de Persgroep Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden
Bekijk hier ons privacy statement en hoe wij cookies gebruiken